Jazz & Pop - Bachelor - Zwolle

Toelating

Toelatingsexamen

Om toegelaten te worden tot ArtEZ Jazz & Pop Zwolle doe je een toelatingsexamen. De toelatingsexamens voor deze opleiding worden afgenomen in juni.

Het toelatingsexamen bestaat uit twee delen. Eerst doe je een praktische toelatingsauditie. De uitslag hiervan krijg je meteen na de auditie. Als je de auditie met goed gevolg hebt afgelegd, volgt een theoretische toets. Ook de uitslag hiervan krijg je direct na afloop van de toets.

Als je beide delen met goed gevolg hebt afgelegd, onderzoekt de Examencommissie van het conservatorium of je ook aan de andere voorwaarden voor toelating voldoet, zoals de vereiste vooropleiding en de eventuele taaltoets. Vervolgens bepaalt de Examencommissie of je als kandidaat toelaatbaar bent tot de opleiding waarvoor je auditie hebt gedaan.

Voor de toelatingsaudities voor het hoofdvak Zang vindt een voorselectie plaats op basis van door de kandidaten op te sturen video-opnames.
Verder kennen de studies Zang en Drums een numerus fixus. Neem voor meer informatie contact op met het conservatorium.

Praktische toelatingsauditie

Deel 1 | Het praktische gedeelte - deel één - wordt ook wel de auditie genoemd. Bij de auditie wordt vooral gekeken naar je instrument- of stembeheersing, je creativiteit en je muzikale vaardigheden en kwaliteiten in het algemeen. Het is belangrijk om te laten horen wat jouw sterke kanten zijn, zowel ambachtelijk als artistiek. Daarnaast is het belangrijk dat je laat horen en zien dat je een brede muzikale belangstelling hebt. Voor Zang kan er een (online) preselectie plaatsvinden.

Verder wordt er van je verwacht dat je al enige ervaring hebt opgedaan in één of meerdere stijlen die vallen binnen jazz en/of popmuziek, bij voorkeur in een band.
Bovendien is je (mondelinge) motivatie een belangrijk onderdeel van je toelating

Voor de praktische toelatingsauditie zijn er algemene toelatingseisen die je hier beschreven vindt. Daarnaast zijn er aanvullende, specifieke toelatingseisen, afhankelijk van het hoofdvak dat je kiest.

Bekijk per hoofdvak wat de aanvullende eisen zijn. 

 

Algemene toelatingseisen

Voor ieder hoofdvak geldt dat je voor de toelatingsauditie een programma van vijf stukken dient voor te bereiden. Deze vijf stukken dienen onderling te verschillen van muziekstijl, karakter en tempo. Het wordt zeer gewaardeerd als het programma eigen werk bevat. Eigen werk mag bestaan uit één of meerdere eigen composities, maar ook eigen teksten, etudes of oefeningen.

 

Daarnaast overhandig je in vijfvoud een programma en het motivatieformulier. Het programma bevat in ieder geval de volgende informatie:

 

  • Jouw naam;
  • Het hoofdvak waarvoor je auditie doet;
  • De dag en de datum van de toelatingsauditie;
  • De titels van de voorbereide stukken;
  • De componist(en) en/of de tekstschrijver(s) van de voorbereide stukken;
  • De bezetting van ieder voorbereid stuk;
  • De namen van de bandleden, als je je laat begeleiden door een eigen band.

Bij je auditie beoordeelt een college van minstens drie en maximaal vijf examinatoren je aanleg en ontwikkelingsmogelijkheden. Dit college van examinatoren bestaat uit docenten van het ArtEZ Conservatorium met verschillende hoofdvakken en met verschillende muzikale achtergronden.

 

Het eerste stuk dat je gaat spelen, kies je zelf uit je lijst. De examinatoren kiezen daarna, zelf of op basis van je mondelinge motivatie, nog een of meerdere stukken. Waarschijnlijk speel je in totaal twee of drie van de vijf voorbereide stukken.
Vervolgens wordt er gevraagd specifieke zaken te demonstreren, zoals het spelen/zingen van oefeningen als toonladders of rudiments, het à vue van blad spelen/zingen van een fragment, het op gehoor naspelen of -zingen van een fragment of het improviseren over een harmonisch en/of een ritmisch gegeven.

 

Aandachtspunten bij de beoordeling van de praktische toelatingsauditie zijn onder andere:

 

  • Speel- en/of zingplezier;
  • Beheersing van de belangrijkste instrumentale of vocale basistechnieken;
  • Expressie, toonvorming, sound, interactie, samenspel, creativiteit en presentatie;
  • Het vermogen om te improviseren;
  • Affiniteit met jazz, pop en/of een of meerdere aanverwante muziekstijlen, bijvoorbeeld latin of fusion;
  • Brede muzikale belangstelling.
     

Om een goed beeld te krijgen van wie je bent, wat je kunt en waar je sterke punten liggen vragen we je om te komen voorspelen met je eigen band. Na het praktische gedeelte van de toelatingsauditie overlegt het college van examinatoren en krijg je meteen mondeling de uitslag.

Het theoretisch gedeelte

Deel 2 | Als je toelating komt doen, willen we ook graag weten wat je kennis is van theorie en hoe je gehoor is, zodat we kunnen bepalen of je wat het theoriegedeelte betreft plaatsbaar zou zijn in het eerste jaar of de vooropleiding. Zo’n theorietest doe je ook als je alleen auditie doet voor de vooropleiding. De theorietest bestaat uit een schriftelijk en een mondeling gedeelte. We kijken wat je al weet, wat je al hoort, wat je al kan en wat nog niet. Als je iets niet (direct) weet, hoort of kunt, kijken we ook naar hoe je omgaat met eventuele aanwijzingen.

Tijdens de theorie- en gehoorauditie kijken we naar:

 

  1. Een goede basiskennis van muziektheorie
    Kennis en beheersing in lezen en schrijven van toonsoorten en toonladders met bijbehorende voortekens, inclusief het begrip parallel mineur;
    Kennis van muzieknotatie: Sleutels, maatsoort, voortekens en herhalingen.
     
  2. Melodieën lezen, uitvoeren en noteren na horen
    Het kunnen lezen, uitvoeren en noteren (in dicteevorm) van melodieën, op het niveau van deze voorbeeldmelodieën.
     
  3. Ritmes lezen, uitvoeren en noteren na horen
    Het kunnen lezen, uitvoeren en noteren (in dicteevorm) van ritmes in de 2/4, 3/4, 4/4 en 6/8-maatsoorten.
     
  4. Intervallen, drieklanken en vierklanken benoemen, zowel lezend als op gehoor
    Het benoemen van intervallen, drie- en vierklanken en bepaalde omkeringen;
    Het kunnen benoemen van de tonen in een akkoord aan de hand van een akkoordsymbool en een akkoordsymbool kunnen bepalen aan de hand van gegeven tonen. Een toelichting op dit onderdeel vind je hier.

 

Net als bij het praktische gedeelte overlegt het college van examinatoren meteen na de theorietest en geeft je dan de uitslag. Afhankelijk van de resultaten bij de theorietest word je geplaatst in de vooropleiding, in het eerste jaar, of je wordt afgewezen.