Verbinding door conflict: iMAE alumnus Ana heeft haar doel gevonden
- Docentopleidingen
Wat de international Master Artist Educator precies ‘internationaal’ maakt? Een deel van je studie vind plaats in het buitenland, naar én met gemeenschappen in het buitenland. Met deze zogenaamde Site Specific Colleges (SSC) kunnen studenten hun eigen praktijk en onderzoek koppelen aan de behoeften van een lokale gemeenschap. Voor Anamika 'Ana' Shah, alumnus van de masteropleiding, waren de SSC van onschatbare waarde. “Naar een nieuw land gaan, met mensen werken die je normaal gesproken niet tegenkomt, en vooral aan het eind je eigen pedagogie tot leven zien komen, is van onschatbare waarde. Ik denk niet dat het net zo was verlopen als we in Arnhem waren gebleven, zelfs niet als we daar met NGO's hadden samengewerkt.”

Ana, 24 jaar, is zowel kunstenares als pedagoge met een sociale inslag. Met een achtergrond in op tekst gebaseerde beeldende en conceptuele kunst, behaalde ze eerder een bachelordiploma in Fine Art in Groningen.. “Ik voelde me altijd aangetrokken tot het onderwijs, maar niet tot traditionele onderwijstrajecten zoals een PABO-opleiding. Ik wilde mijn creativiteit gebruiken bij het lesgeven en mijn artistieke praktijk niet helemaal achter me laten.”
Twee gelijke belangen verenigen
Ze begon in 2021 dan ook enthousiast aan de eenjarige internationale masteropleiding Artist Educator (iMAE) aan ArtEZ. Zo kon ze haar persoonlijke artistieke praktijk verenigen met een impactvolle mogelijkheid om op haar manier les te geven. Toen Ana met haar studie begon, bestond de iMAE-opleiding uit 3 fasen: een atelier- en klassikale fase in Arnhem, waar studenten aan verschillende individuele kunstprojecten werken op basis van hun eigen identiteit en interesses.
De tweede fase in Zwolle richt zich op de identiteit van anderen en is een samenwerkingsproject waarbij studenten uit hun comfortzone worden gehaald en in een realistische situatie moeten werken. De laatste fase speelt zich af in de post-conflictzone van Belfast in Noord-Ierland en is bedoeld om studenten hun eigen interesses met die van anderen te laten combineren.
Ik voelde me altijd aangetrokken tot het onderwijs, maar niet tot traditionele onderwijstrajecten zoals een PABO-opleiding. Ik wilde mijn creativiteit gebruiken bij het lesgeven en mijn artistieke praktijk niet helemaal achter me laten
Samenwerking met Windesheim in Zwolle
De fase in Zwolle was een samenwerking tussen vierdejaarsstudenten van de Hogeschool Windesheim en iMAE-studenten was een complete verrassing voor Ana. ”Aangezien dit een onwaarschijnlijke samenwerking is van twee onderwijsprogramma's die qua mentaliteit recht tegenover elkaar staan, wilden we vooral iets creëren dat voor beide partijen waarde zou toevoegen aan ons leven,” herinnert Ana zich.

“We gingen vaak nog wat drinken na onze werksessies en daar hadden we meer open gesprekken. Het werd ons al snel duidelijk dat we waren verbonden in dezelfde emotionele strijd. Dat hielp ons om elkaar te leren vertrouwen en tegen het einde verbaasde het me hoe bereid de bedrijfskundestudenten waren om een verfkwast op te pakken of hout te zagen voor het project,” legt Ana uit. Die ervaring hielp Ana bij haar werk in Ierland, omdat ze leerde hoe belangrijk het is om dat organische vertrouwen te koesteren, zich in het moment aan te passen en iets te vinden dat voor iedereen waardevol is.
Ik was verbaasd over de bereidheid van de bedrijfskundestudenten om een verfkwast op te pakken of hout te zagen voor het project
De kloof in de gemeenschap door dialoog overbruggen
Na Zwolle was de laatste fase in Ierland, waar Ana haar kennis kon toepassen in Belfast, een post-conflictzone die nog steeds te lijden heeft onder de restanten van The Troubles, het etnisch-nationalistische conflict in Noord-Ierland. Ana's onderzoek richtte zich op het ontwikkelen van daadkracht bij jongeren en het aanmoedigen van actief burgerschap, met een focus op gebieden waar de restanten van conflicten het ergst zijn.

In Belfast werkte Ana met jongeren, jeugdwerkers, gemeenschapsleiders en vrijwilligersraden, waarbij deze laatste voornamelijk uit volwassenen en ouderen bestonden. Deze oudere vrijwilligers begrepen niet waarom jongeren vaak rondhangen en feesten op braakliggende terreinen in de buurt. Maar, zoals Ana beschrijft, “door wat we leerden in onze Artist Educator-workshops met de jongeren, hielpen we de vrijwilligersraden begrijpen dat jongeren zich alleen op die locaties vrij voelden om zich te uiten. We konden dat alleen begrijpen door het vertrouwen dat we met de creatieve methoden in onze workshops hadden opgebouwd. Dit soort kwesties kwamen vaak spontaan in gesprekken met de jongeren naar voren.”
Persoonlijke daadkracht in conflicten
Naar aanleiding van het project heeft Ana samen met anderen de onderstaande informatiebron samengesteld, waarin de methoden die tijdens het project zijn ontwikkeld, staan gedocumenteerd. Hoewel deze informatiebron is ontwikkeld in het Site Specific College van Belfast, kan het worden gebruikt in elk jeugdcentrum in een huidige of post-conflictzone. “Het was absoluut noodzakelijk om in Belfast te zijn om deze informatiebron te ontwikkelen, omdat we alleen door de directe ervaring konden begrijpen hoe dit conflict de gemeenschap heeft verdeeld,” legt Ana uit.
De combinatie van de praktijk met theorie en deze vervolgens in een realistische context plaatsen, stelt je in staat je vanaf het begin als een professional te gedragen.
Locatiespecifieke voordelen: holistisch en praktisch
De locatiegebondenheid van het programma gaf ons nog meer inspiratie, zegt Ana. Doordat ze zoveel tijd samen doorbrachten in Zwolle en Noord-Ierland, konden ze elkaar helpen en van elkaar leren door het voortdurende contact. “In Ierland woonden we allemaal samen in hetzelfde huis. Als je je neerslachtig voelde, was er altijd wel iemand die twee deuren verder woonde en zich ook zo voelde. Dat kwam niet alleen de ervaring holistisch ten goede, het maakte het ook een stuk gemakkelijker om de werktijden op elkaar af te stemmen en we konden van elkaar leren. De combinatie van de praktijk met theorie en deze vervolgens in een realistische context plaatsen, stelt je in staat je vanaf het begin als een professional te gedragen. Dit programma is uniek, omdat het niet alleen gaat om de blootstelling aan de onderwerpen zelf.”
Wat Ana's volgende stappen betreft, realiseerde ze zich dankzij de opleiding dat ze eigenlijk meer geïnteresseerd is in locatiegebonden onderzoek, dan in het traditionele idee van kunst. Ana: “Ik wil ter plaatse met mensen werken. Ik wil vooral doorgaan met jeugdwerk om bepaalde (diepere) gesprekken te inspireren via luchtige, creatieve methoden. Ik heb al gesolliciteerd bij vluchtelingencentra in Arnhem om creatieve programma's te ontwikkelen.”