Ga naar de hoofdcontent Pijl naar rechts pictogram

Eerstejaar(s) in Arnhem

  • Schrijven

Lisia Leurdijk, tweedejaars student Creative Writing, schreef samen met haar vader Marten Leurdijk een prachtig verhaal over het allereerste studiejaar bij ArtEZ. Een spannende periode vol nieuwe indrukken. Lisia verhuisde van Hilversum naar Arnhem, waar ze voor het eerst op kamers ging (op een woonboot waar sinds dit nieuwe studiejaar bijna alleen maar Creative Writing-studenten wonen!), om te beginnen met haar nieuwe studie.

Eerstejaar(s) in Arnhem

“Mijn vader en ik schreven onze observaties los van elkaar op", vertelt Lisia. "Het stuk is een verzameling geworden, van mijn vader met een blik van buiten en van mij als inwoner van Arnhem en student bij Creative Writing." Marten zette het stuk in elkaar. Hij mengde Lisia’s poëtische observaties en die van hem tot een samenspel dat je maar blijft lezen:

Arnhem, ik was er wel eens geweest, in de vorige eeuw, misschien nog net in deze. In het Openluchtmuseum, natuurlijk, Burgers’ Zoo. Naar Vitesse, met mijn in Arnhem wonende neef, die kortstondig fanatiek fan was, één keer in concertzaal Willemeen, als dj op een feest en - misschien wel de eerste keer, een bezoek met mijn ouders vroeger kan ik me niet herinneren - op bezoek in de wijk met mijn (heilige) naam! Ik had er nog nooit van had gehoord. Toch leuk om te ontdekken. Het liep daar omhoog, dat kon ik me ook nog herinneren, glooiend, zo(mooi)gezegd. Maar verder was Arnhem zo’n stad waar ik geen speciaal gevoel bij had. Tot mijn dochter opeens werd aangenomen op ArtEZ, afdeling Creative Writing (Creatief Schrijven) en ze het huis in Hilversum uitging, want afstand, NS of misschien wel sowieso. 

Deze stad verwelkomde mij niet meteen 
Op weg naar en terug van mislukte toneelaudities verdwaalde ik rond het station 
Boven- of Onderlangs, Sonsbeek of Centrum, over het perron, trap op, trap af, naar rechts
Maar op ArtEZ is iedereen links 
Tussen woningtekort en honderden andere nieuwe studenten een aantal hospiteersessies bemachtigd 
Eerst afgeschrikt door een betonnen deur versierd/beklad met een angstaanjagende haan 
Nog vier keer geen onverdeeld of wederzijds genoegen 
Gezellige luchtbuks geweren achteraf slechte verhalen geen gehoor
Tot ik op een woonboot aan de Rijnkade mocht langskomen 
Niet dat op het water wonen me eerder ooit had getrokken 
Nederland al nat genoeg en zo goed kan ik niet zwemmen 
Tot watertrappelen niet eens nodig bleek 

Ja, dit avontuur moest ze maar aangaan, de kans om op een mooie bootkamer te gaan wonen is zeldzaam. Het is eigenlijk en zelfs een heus schip, waarop containerwoningen zijn geplaatst. Maar op het voor- en achterdek is het nog echt te zien. Er staat ook nog een niet werkende benzinepomp. Het behoorde ooit toe aan een parlevinker (dat is een ondernemer die vanaf zijn boot goederen, meestal levensmiddelen, verkoopt). Dit werd ons verteld door de bootbaas, op zijn eigen woonboot, ergens aan de overkant. Daar werd het contract getekend. 

‘Een lot uit de loterij’ 
‘Hoe heb je dat gevonden??’ 
‘Wow dat is echt dé droom’ 
Die ik mocht waarmaken
Maar kom gezellig langs 
Alleen snapt Google Maps er niets van  
Dus navigeer op de pont, de enige vaste buren 

Zo kwamen we als ouders opeens een paar keer in korte tijd in Arnhem, met de auto ook. En de entree na vervelende snelwegen kan slechter: een lange weg door het groen, onder andere langs Papendal en dan kan je gewoon rechtdoor blijven gaan en rij je naar beneden Arnhem in. De eerste keer zag ik daar een oldtimer waar oude rockers in – of uitstapten, dat gaf meteen al een goede vibe. Ook als je het nieuwe, nogal ruim opgezette, station uitloopt kom je allerlei kleurrijke types tegen. Daar moet je je overigens niet al te veel door af laten leiden, want bij het oversteken van fietspaden met wat onduidelijke verkeersstromen kan je van alle kanten omver gereden worden. Maar je waant je meteen in een stad. Dus mag je ook door rood, want sommige stoplichten blijven wel erg lang op groen, en met de auto – als je een van de eerste keren de op/afrit naar de kade hebt gemist – spookrijden langs de volle terrassen. Op de brede kade, beneden aan het water, kan en mag je dus autorijden, wel handig bij een verhuizing. En op de kademuren zie je veel graffiti. Sowieso heeft Arnhem zelfs in deze aangeharkte tijden nog wel iets van een ongepolijst, ruig karakter behouden. Terzijde: plannen voor renovaties, hoge woontorens en dergelijke leg ik bij deze maar even terzijde. 

En dan is er dus die rivier, wat een stad extra karakter geeft. Niet een die de stad mooi doorkruist, maar meer een soort eindpunt. Aan de overkant van de Nederrijn zie je groen en zelfs een strandje, Strand Zuid. Daar gingen we op een nazomerdag nog even het water in, zwaaiden naar de boot, en brachten we een bezoek aan het belendende paviljoen, waar een studiegenoot van dochter bleek te werken. En daarna aten we op een van de vele terrassen op de Rijnkade, waar je door de obers naar toe wordt gelokt. Met dat uitzicht op de rivier en de boot en op de achtergrond de twee bruggen. Want er was dus geen sprake van a bridge too far, ze kwam er precies tussenin te wonen. En als je dan ook nog de zon(sondergang) erbij hebt is de vergelijking die haar opa maakte niet eens zo gek: een stukje Méditerranée.

Tussen de bruggen die aan geschiedenis herinneren 
In het westen Nelson Mandela 
Een half mislukt kunstproject op haar zijkant 
“huizen, wind, de stroom, de verte, de utopie, Indonesië, boten, de zee, blauwe lucht” 
‘De Albert Heijn is even ver als Indonesië’ aldus een nieuwe huisgenoot
In het oosten John Frost 
‘De enige brug die telt’ aldus stadsdichter Jesse Laport 
West en oost huizen elke dag duizenden mensen voor een paar seconden, lopend minuten 
Het water huist niet alleen mij 
Op de boot zwaluwnesten en een broedende eend
Aan mijn raamkant vissers 
En de pis van de man die zich onbespied waande 
Het water draagt de gesprekken van zwemmers aan de overkant woordelijk naar me toe 
Waterscooters speedboten plezierbootjes een simpel vlot met hangmat  
En dus die schaars varende veerpont 
Meterslange cruiseschepen (Onrust, Goedkoop, Blue Rhapsody, Oscar Wilde) 
Op een ervan staat om 13:00 de barbecue al aan voor het lopend buffet van in het wit geklede feestvierders 
Het contrast met hun buren kan niet groter 
Daar verblijven Oekraïners op eenzelfde soort schip
Zelfs na de vlucht nog geen vaste grond onder de voeten 
Een afgezette speelplaats en rijen fietsen op de kade 
Niet ver van de troosteloze hoop zand die elke zomer tot Beach Bar van de Foodhall wordt omgetoverd  
voor een onvermijdelijk vakantiegevoel 
Nu wijs ik alle wolken aan en kan de zon niet vaak genoeg opkomen bij mijn raam en ondergaan in de hangmat op het voordek

Zo krijgen wij met enige regelmaat via de app mooie plaatjes toegestuurd. Of filmpjes, ook als er aan de overkant strandfeestjes zijn of als er weer tenten op het braakliggende terrein van de Stadsblokken worden opgebouwd, voor een van de vele festivals/activiteiten.

Maar ook zagen we via de telefoon dochter zelf op diverse podia, want opeens trad ze al met zelf geschreven teksten op, soms zelfs spontaan. En wisten we al snel dat Hijman Ongerijmd meer dan een boekhandel is, niet te missen als schrijfstudent. 

Als figurant burgerde ik in 
Nog voor ik verhuisde stak ik de Nederrijn over 
Op de Stadsblokken liepen wij ‘Arnhemmers’ figuren voor dronebeelden in de dansfilm van Wearnhem 
Nooit verloor ik de boot uit het oog 
Nu leert Arnhem me op het podium woord voor woord kennen 
Gedichten korte verhalen en alles ertussenin klinken en vervliegen weer 
In Davo bij Eigenzinnig 
Café Bosch bij Tapschrift 
Of bij Spraakwater in boekencafé Libertas – tevens stamcafé/kroeg van iedere schrijver
Als ik daar niet ben kun je me vinden in Café Vrijdag, het Stadstheater, Theater aan de Rijn, het Posttheater, filmtheater Focus, op het basketbalveldje bij Huis van Puck, in Sonsbeekpark of Zypendaal, andere kunststudentenhuizen… maar natuurlijk voornamelijk op ArtEZ en de boot
En lees je mijn woorden in je eigen tijd 

Maar we doken ook mét haar af en toe het Arnhemse culturele leven in, in september al bij de première van het bijzondere project WeArnhem in het Musis & Stadstheater. Op die avond leerden we en passant dat Arnhem tot de groenste stad is verkozen. De stad bleek ook zijn eigen Parade te hebben, Hoogte 80 (zo kom je nog ‘ns ergens!), het nieuw geopende Museum Arnhem is mooi en interessant en in Rozet zagen we het door de eerstejaars in het kader van hun opleiding georganiseerde literaire evenement

En in dat eerste studiejaar kwam ik opeens ook de hele tijd Arnhem tegen: hé Arnhem! Natuurlijk omdat je er op let of als je Arnhem tegenkomt gelijk denkt: Arnhem. Maar ik kan me ook niet aan de indruk onttrekken dat de landelijke media de stad ontdekten. En niet alleen Vitesse, dat ook dit jaar weer regelmatig in het nieuws was, wat dus niet uitzonderlijk is. Maar de Volkskrant had bijvoorbeeld net dit jaar een serie reportages uit Arnhem. En als je reportage zegt denk je nu gelijk aan die schrijver, die zijn roots heeft in Arnhem, dat ook regelmatig laat weten en die dit jaar zijn echte doorbraak in de media beleefde, daar niet uit weg te denken was, laat staan te kijken of te horen.  

En dan zijn er verkiezingen en staat Gerrie Eickhof in het Achtuurjournaal bij een verlaten stemlocatie en zijn ze bij het NK Tegelwippen in Arnhem Noord of is er iets met corona. En ook burgemeesters zijn tegenwoordig volop in de media. Maar in het geval van Marcouch is dat niet vervelend. En hij laat zich ook nog altijd veel op straat zien. Dochter zag hem live bij de Dodenherdenking en op een avond die werd georganiseerd ter viering van het 35-jarig bestaan van Student Point. Maar bij of op de boot is hij nog niet gesignaleerd. Zo’n spontaan bezoek is misschien iets voor komend studiejaar, wanneer er alleen nog maar creatieve schrijvers op de boot zullen wonen. Kan ie tot dan een creatieve vraag bedenken. 

Menig voorbijganger die me aanspreekt 
‘Wonen hier studenten?’ – Ja 
‘Wat woon je hier mooi!’ – Zeker 
‘Is dit de enige woonboot hier?’ – In deze omgeving wel
‘Wat staat het water hoog hè?’ – Klopt 
‘Wat staat het water laag hè?’ – Nou, niet te doen met die loopbrug 
‘Hebben jullie olie?’ – Ja 
Kan ik hier tanken?’ – Nee, er hangt niet voor niets ‘Geen winkel’ bij onze voordeur 
Luxe plezierboot: ‘Mogen we hier even aanleggen?’ – Tuurlijk
Vrouwen met salades op de bovenkade: ‘Mogen wij wat bestek lenen?’ – Kom maar halen 
Jongen op de kade: ‘Wil je een foto van mij op de boot maken?’ – Ja hoor
Drie jongens, bij mijn terugkomst van vakantie: ‘Zouden wij vannacht buiten op het dek mogen slapen?’ – Ga je gang 
Met oudjaar bracht een tijdelijke buurman de lekkerste oliebollen – Op de valreep het leukste ongevraagde contact van het jaar 

Toen ik vanwege een concert in Nijmegen en bij afwezigheid van dochter ging overnachten op de boot werd ik zelf ook bij aankomst gelijk aangesproken: ‘Woon je daar?’ was de vraag van een kadehanger, die genoot van de gratis overwaaiende houseklanken van de Rainbow Rave. Nee dus, maar wie weet ooit wel in de buurt, het lonkt. En ondertussen leer ik de stad steeds beter kennen, ook dankzij het Instagram-account van stadsdichter Jesse Laport en via die ene schrijver dus, die ook vaak op tv en radio en in het theater te zien is, kom hoe heet ie ook alweer, Maarten van Roosdalem? Zoiets. Zij zetten Arnhem steeds meer op de kaart. Voor mij staat de stad er sinds een jaar al op, centraal zelfs. Nu nog een keer bij mijn neef op bezoek.