Ondernemer van de maand: Karlijn van Kruchten
- Muziek
- Theater
Elke maand selecteert het ArtEZ Business Centre in samenwerking met de opleidingen een student of alumnus als Ondernemer van de maand. Uit hun verhalen leer je vanuit actuele onderwerpen uit het werkveld wat je te wachten staat. Zit er een geheim achter cultureel succes? Moet je excelleren in je vak of draait het om jezelf verkopen? Is het een kwestie van geluk, wijsheid, hard werken of een goede strategie? In deze blog vertelt Karlijn van Kruchten, alumna Muziektheater, over haar weg als ondernemer.
Terwijl ik dit schrijf heb ik net een dirty chai latte mét havermelk besteld.
Het is iets wat ik bijna dagelijks doe, ergens bij een koffiezaak gaan zitten met mijn laptop om mails te beantwoorden, nieuwe concepten te bedenken en ook om gewoon voor me uit te kunnen staren.
Ik las een tijdje geleden het fenomenale boek De geschiedenis van mijn seksualiteit van Tobi Lakmaker. Ik herkende mezelf erin. Zoekend naar de vorm van kunstenaar zijn in deze maatschappij, en op zoek gaan naar de betekenis daarvan. Het ging trouwens ook gewoon over heel graag gezien willen worden, én dat het werk wat je maakt gezien wordt. Dat je erkenning krijgt. Volgens mij een universele gedachte? Enfin, wat er ook in werd gezegd, is dat actrices en theatermakers het grootste gedeelte van hun tijd cappuccino’s drinken. Daar moest ik om lachen, maar misschien ook wel een waarheid, want wat zit ik nu te doen?
Ik ben niet iemand die graag gaat zitten wachten, dus ja, koffie: heerlijk! Maar toch ook het liefst ‘to go’, zodat ik in beweging blijf.
In 2019 ben ik afgestuurd aan de opleiding Muziektheater in Arnhem. Doelgericht maar ook zoekend heb ik de opleiding doorstaan, twee knieoperaties verder, opnieuw moeten leren lopen, als jongste van de klas en als Limburgse mezelf de zachte G afgeleerd. Hoe ik mezelf nu moet noemen vind ik een lastige. Soms ben ik actrice en performer en speel ik in voorstellingen. Dan weer ben ik theatermaker die met de ‘mens’ een voorstelling maakt. Het wisselt continue, maar het thema ‘mensen een stem geven en taboes doorbreken’ komt in elk project terug.
Mensen omschrijven mij als een ondernemend type. Maar het woord ondernemer, tja... dat vind ik een beetje een seksloos woord. In ons vakgebied dan. Op papier en in theorie ben ik een ondernemer, maar zo voelt het niet in de praktijk. Dus misschien verander ik het woord 'ondernemer' voor de resterende leestijd die je nog hebt, naar 'ondernemend'.
Tijdens mijn opleiding bezocht ik elke week wel drie voorstellingen. Ik wist van elke opleiding welke studenten waar zaten en van veel muziek- en theatergezelschappen wist ik wie de artistiek leider was en welke regisseur welke voorstelling had gemaakt. Gelukkig hield ik toen al van koffie en dronk ik met een regisseur of maker die ik interessant vond, geregeld een kopje koffie. Dat onder het mom van ‘hallo hier ben ik, ik vind jouw werk tof, wat kunnen we voor elkaar betekenen?’ Nu studeren er elk jaar tientallen acteurs, performers en theatermakers af; heel fijn en gezellig dat we met zoveel gelijkgestemden zijn, maar hoe de fack ga je aan werk komen? Hoe en wat gaat jou authentiek maken?!
Ik wist precies bij wie ik stage wilde lopen. Vrij brutaal belde ik Romy en Gable Roelofsen van Het Geluid Maastricht met de vraag of ik bij hun gezelschap van betekenis kon zijn. Het werden uiteindelijk drie voorstellingen en heel wat gesprekken vol wijze raad verder. Een mooie samenwerking. Toch heb ik mij tijdens de opleiding niet altijd durven uitspreken over wat ik echt wilde maken. Het lag altijd op het puntje van mijn tong, maar mijn zelfcensuur was groot. Op mijn verjaardag kreeg ik van Gable en Romy een boek over feminisme. Dat is de druppel geweest waardoor ik dacht: oké, ik ga staan voor waar ik in geloof, en ga ervoor zorgen dat ik dat aan mijn publiek kan overbrengen.
Ik had een vliegende start na mijn opleiding, nog voor ik afstudeerde wist ik dat ik in drie voorstellingen zou gaan spelen. Beter kon niet, toch? Maar tijdens de derde voorstelling brak corona uit. Ik kwam thuis te zitten, net zoals iedereen. Van stilzitten kwam niet heel veel terecht, ik ging werken bij de voedselbank. Ik merkte al snel dat ik iets met dit onderwerp wilde. Armoede is een onderwerp van schaamte en dat taboe wilde ik doorbreken. Het werd uiteindelijk een project van 1,5 jaar samen met Ruimtekoers, met als uitkomst een theatrale film van mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Die onderaan, of niet eens op de ladder staan. Deze mensen hebben zichzelf letterlijk en figuurlijk mogen laten horen.
Er volgden ondertussen nog veel projecten, en ik verhuisde voor een jaar naar Maastricht voor werk. Daar maakte ik samen met bewoners van een flat in een achterstandswijk een podcast. Ook ben ik in Heugem bij een harmonieorkest saxofoon gaan spelen en probeerde deze oeroude traditie te ontrafelen. Ook dit werd ook een podcast waarin ik, vanuit de saxofoon, de luisteraar meeneem in de wereld van een Limburgs harmonieorkest. Op een gegeven moment deed ik vier projecten tegelijkertijd. (Ik leer er ook nooit van, want elke twee maanden had ik een huilbui omdat ik het te druk had en het niet meer trok). Mensen wisten mij te vinden voor community-artprojecten, vooral in Limburg.
Limburg
Limburg
Limburg
Het is er groen, rustig, vriendelijk maar ook een beetje ouderwets.
Ik kom er zelf vandaan, maar ik ben niet voor niks naar Arnhem verhuisd.
Eerlijk is eerlijk. In Arnhem en daarboven hebben we het qua cultuur best wel goed voor elkaar. En ook qua taboes doorbreken en maatschappelijke vraagstukken geloof ik dat er genoeg mensen zijn die zich daarover uitspreken.
Maar in Limburg….
Niemand trekt zijn mond open. Of niemand durft ‘m open te trekken.
Dus doe ik het.
Laatst werd mij gevraagd om een voorstelling over Venlo te maken. Specifieker, over waarom Venlo in mijn hart zit. Oké, ja Venlo zit in mijn hart, maar ik krijg er soms ook kromme tenen van. Iets wat ik wel graag vier is carnaval, als echte Limburger sla ik dat nooit over. Dus dat zit in mijn hart. Maar in de voorstelling wilde ik het graag hebben over emancipatie en gelijkwaardigheid. Ik wilde taboes en traditie doorbreken en meebewegen met de tijd. Nu wordt er bij carnaval altijd een prins uitgeroepen. Dat is al 188 jaar een man. Een witte heteroman. Zo staat het in het testament. Facking discriminatie! En dus ik heb mezelf tijdens de voorstelling uitgeroepen tot eerste vrouwelijke prinses van Venlo!
Binnen één dag wist heel Venlo en heel Limburg ervan. De meeste mensen waren blij en trots en zeiden: “Eindelijk een vrouw, wat goed dat je dit durft te zeggen”.
Maar ik heb ook heel veel haatreacties gekregen. Vooral van mannen die - denk ik - zelf ooit nog hopen prins te worden. Nu gaat het er niet om dat ik prinses wil zijn. Ik wilde alleen de discussie op gang brengen. Ik denk namelijk dat dat de kracht is van een kunstenaar: een probleem, thema, taboe blootleggen. Die discussie is gelukt, ik heb in alle kranten gestaan en gezien de reacties die ik kreeg, suddert dat nog wel even door. ‘Er is geschiedenis geschreven’ riepen mensen.
Dus ik ga nog even door. Niet met prinses zijn, maar met thema’s bespreekbaar maken. De volgende twee projecten die ik gaan doen horen daar ook bij. In Arnhem ga ik samen met senioren in Malburgen, Immerloo en Het Duifje het woord gentrificatie ontleden en daarbij een voorstelling en expositie maken. En in Limburg ga ik een elektronische opera maken met vergeten, noemenswaardige Limburgse vrouwen!
Ondertussen is mijn dirty chai latte mét havermelk koud geworden en mag ik mezelf ook even op lunch trakteren. Ik ben bezig en blijf continu in beweging, maar wat ik ook wil zeggen is dat ik het heel vaak ook niet weet. Dat ik gefrustreerd ben als ik even geen concreet werk heb, als ik niet weet wat ik over drie maanden aan het doen ben. En dat verdomde Instagram helpt ook niet echt mee. Waarin iedereen (lijkt het dan) een perfecte carriere heeft, en altijd veel te doen heeft.
Op die momenten denk ik echt: help, wat ben ik in godsnaam aan het doen?! Ook het woord erkenning vind ik lastig. Is een project dat in Frascati Amsterdam staat en waarover NRC, Volkskrant en Parool een artikel schrijven, beter dan een project in Arnhem bij de Kringloop?
Ik wil impact maken, maar mijn ego zit soms ook in de weg. Ik wil dat mijn werk gezien wordt. Ik heb er vaak gesprekken over; wanneer is iets goed genoeg? En wat is impact? Als heel kunstenaarsland het weet?! Of dat alle medewerkers van de kringloop zich gezien en gehoord voelen?
Het blijft zoeken, het is frustrerend maar goddomme, ik hou ook van mijn vak. Ik hou ervan om het niet te weten.
Ik zou trouwens ook nog veel meer kunnen schrijven over falende voorstellingen (mijn afstudeervoorstelling was geen succes) of over de cappuccino’s, de knappe actrices op Instagram die bij een bekend theatergezelschap spelen of in die leuke serie. Jaloezie, ego, soms voor veel te weinig geld iets maken. Ik heb twee maanden lang koffie gedronken in een café, een sabbatical om even stil te staan. Het was nodig om dat even te doen. De ondernemende houding die in mijn carrière op dit moment belangrijk is (ondernemer zijn vermijd ik nog steeds even) gaat weer aanstaan. Lef hebben, erop afstappen, en dat wat mislukt ook omarmen, het hoort er allemaal bij. Je kunt altijd vragen om hulp en feedback. Werk samen, blijf praten en zoek de verbinding, je hoeft er niet alleen voor te staan.
Het is nu weer tijd voor koffie TO GO!
Volg Karlijn