Ga naar de hoofdcontent Pijl naar rechts pictogram

Lot Louis Veelenturf, 4/5, huisblogger ArtEZ Business Centre

Creative Writing

Lot Louis Veelenturf, 4/5, huisblogger ArtEZ Business Centre

 

Een plaats van comfort

Toen ik een jaar of tien was keek ik graag een tv-programma op Z@PP dat ‘Veel tijd, weinig geld’ heette, en waarin kinderen leerden om bijvoorbeeld een stukje karton aan hun fiets te maken met een wasknijper en zo met verhoogde street-cred door hun wijk te scheuren. Dat is een redelijke vergelijking met mijn huidige situatie tijdens deze Corona-dagen. Geen cent te makken, maar ik doe wel leuke dingen.

Het is niet helemaal waar dat ik geen cent te makken heb. Ja, mijn workshops zijn gecanceld, en ja, een aantal projecten gaan niet door, maar ik heb wel mijn baantje in een kledingzaak nog, en daar red ik het mee. Het deel van de vergelijking dat wel klopt is dat ik het naar mijn zin heb. Klinkt niet heel aardig, omdat er tegelijkertijd honderden mensen op de intensive care liggen te creperen, maar het is waar. Omdat ik in een relatieve luxepositie zit wat betreft mijn inkomsten (ik zie mijn privilege hier), kan ik me eindelijk focussen op alles wat ik nog wilde (of moest) doen.

Ik heb mijn badkamer schoongemaakt, mijn administratie bijgewerkt, mijn haren gebleekt, de bestanden op mijn laptop geordend, mijn balkon gestofzuigd, twee boeken uitgelezen, een stuk of tien collages gemaakt, al mijn mails beantwoord van de afgelopen drie jaar en ik heb ongeveer 12 filmpjes gekeken op Youtube over time-management.

 

Voel ik me alleen? Nee. Ik heb een huis vol ontzettend lieve mensen met wie ik samen in quarantaine ben. Verveel ik me? Ook niet. Heb ik het idee dat ik meer kan doen met mijn leven? Ja.

Na ongeveer een week begon het te kriebelen. Het is niet dat ik er niet van genoot om iedere dag een paar uur later op te staan en om een hele dag te kunnen besteden aan het borduren van een garnaal op de rug van mijn spijkerjas, maar in mijn achterhoofd werd de vraag ‘Is dit nou echt wat je wil doen met je leven?’ iedere dag een beetje sterker. Ik herinner me een docent die me vertelde ‘Niets goeds is ooit gekomen uit een plaats van comfort’, en hoewel dat drastisch klinkt, denk ik dat hij bedoelde dat je jezelf uit moet dagen.

Als ik eerlijk ben heb ik mezelf sinds ik ben afgestudeerd niet echt meer uitgedaagd. Ik vind het best lastig om mezelf te motiveren, zeker nu het enige contact dat ik heb met mensen (die niet mijn huisgenoten zijn) via een beeldscherm is. Ik vind het belangrijk, merk ik nu, om fysiek met mensen in dezelfde ruimte te zijn. Om de energie te voelen (als ik even spiritueel mag zijn) die ze uitstralen als ze ergens enthousiast over zijn, of de gedrevenheid, of als ze ergens mee zitten.

Een van de dingen die me dreef om mijn afstudeerwerk te maken was het idee, of de noodzaak, om mensen bij elkaar te brengen. Om leden van de queer community elkaar fysiek te laten ontmoeten, en dat is precies wat er nu onmogelijk is. Natuurlijk is First Person ook een online platform, en daarom zorgen we dat we alsnog content de wereld in sturen in de vorm van een samenwerking met ‘Notulen van het Onzichtbare’, een blog van de Nieuwe Oost (lees bijvoorbeeld dit korte verhaal dat Welmoed Jonas schreef, of bekijk deze samenwerking van mijzelf en Merit Vessies) (https://www.notulenvanhetonzichtbare.nl/notulen/plaza-de-la-paja/ en https://www.notulenvanhetonzichtbare.nl/notulen/vershoudfolie/).

Naast het feit dat ik het ontzettend leuk en inspirerend vind om nieuw werk te lezen/bekijken van andere queer schrijvers en kunstenaars wil ik ook mezelf blijven uitdagen op artistiek vlak. De laatste jaren heb ik me door mijn studie Creative Writing vooral gericht op schrijven en editen, maar de laatste tijd merk ik dat ik in mijn autonome praktijk een sterke drang heb om werk te maken dat je ook echt aan kunt raken. Op de een of andere manier is een Word-document als eindresultaat voor mij niet echt meer bevredigend, en neig ik steeds meer naar analoge manieren van werken.

De afgelopen weken heb ik collages gemaakt, getekend en uren en uren geborduurd. De bijna meditatieve staat waarin ik verzeild raak als ik dat doe, zorgt ervoor dat ik voor het eerst sinds tijden echt naar mijn intuïtie kan luisteren, zonder dat ik druk ervaar of het idee heb dat ik eigenlijk die mails moet beantwoorden die al dagen op me wachten (ook omdat mijn Corona to-dolijstje dat al voor me had opgelost). Ik realiseerde me dat ik mijn eigen (beeldende) artistieke praktijk al een tijdje heb genegeerd. Ik realiseerde me ook dat ik mezelf al een tijd niet heb gevraagd wat ík nou eigenlijk echt zou willen doen, zonder me iets aan te trekken van mijn omgeving. En ik realiseerde me vooral dat ik nog ontzettend veel dingen wil leren.

Ik heb besloten terug de schoolbanken in te gaan. Ik ben ontzettend blij met alles wat ik heb geleerd tijdens mijn tijd aan ArtEZ, maar ik heb het idee dat ik meer in mijn mars heb dan alleen schrijven. Ik wil mijn horizon verbreden en met nieuwe mensen in contact komen. Ik wil dingen maken, dingen die je aan kunt raken en waar je omheen kunt lopen. Ik wil een groep mensen om me heen die me inspireert en motiveert om mijn beste werk te maken. Ik wil nog ietsje langer studeren. Ik ben per slot van rekening nog maar drieëntwintig.

Deze tijd heeft dus behoorlijk wat dingen op zijn kop gezet. Het jaar dat voor me ligt is compleet overhoop gegooid: ik zal veel moeten gaan werken om het collegegeld bij elkaar te sprokkelen, ik zal een beeldend portfolio op moeten bouwen, ik zal moeten besluiten waar ik de komende paar jaar van mijn leven aan wil gaan wijden en waar ik wil wonen. Dat is best pittig allemaal, maar hoewel ik van mening ben dat je niet echt iets leert als het niet een klein beetje pijn doet, geef ik mijn docent niet helemaal gelijk. Het is een (tijdelijke) plaats van comfort geweest die me deze beslissing heeft doen maken en ik heb alle hoop dat het iets goeds zal opleveren.


Lot Louis Veelenturf - Creative Wrinting ArtEZ

2019 - Last summer I graduated from the Creative Writing program without doing the things I had planned to do. I didn’t write a book or publish a poetry collection. Instead, I founded an online platform for queer art and literature, named First Person. It’s a personal project, because I noticed that as a genderqueer author, there weren’t so many places I could publish my work without having to answer for myself, my identity and my pronouns. photography Leroy Verbeet.

website