Ga naar de hoofdcontent Pijl naar rechts pictogram

Lot Louis Veelenturf, 3/5, huisblogger ArtEZ Business Centre

Creative Writing

Lot Louis Veelenturf, 3/5, huisblogger ArtEZ Business Centre

Cashen

Vandaag dwong ik 38 veertienjarigen een gedicht te schrijven. 38 onwillige pubers die zich, na het te verwachten verzet, in de laatste tien minuten om mijn bureau verzamelden voor nog een laatste ronde feedback. Mijn favoriet was een gedicht over een reislustige lantaarnpaal. Met de opdracht ‘leef je maar eens echt in: waar zou hij naartoe willen?’ stuurde ik de leerling op pad.

Ik heb ze voorgelezen uit Habitus van Radna Fabias, heb ze ‘Het ligt niet aan jou maar aan het huis’ van Marieke Lucas Rijneveld laten analyseren en liet ze één voor één, en steeds harder, een gedicht van Hannah van Binsbergen voordragen. Als ik eerlijk ben had ik niet verwacht dat ze zouden luisteren, toen ik ze opdroeg alle vormen van beeldspraak te onderstrepen. Maar ik maakte er een race tegen de klok van en wie als eerste alle vergelijkingen had gevonden hoefde niet voor te dragen. (Dat was natuurlijk de ultieme prijs.)

Lesgeven is een nieuw aspect van mijn schrijfpraktijk als net-afgestudeerde. Want het is superleuk hoor, een online magazine opzetten voor de queer community, maar je verdient er niks aan. Op een kunstacademie word je opgeleid om je denkbeelden te ontwikkelen en je aan je idealen vast te houden. In de ‘echte’ wereld, die daarna komt, staat er echter niemand klaar met een zak geld waar jij je huur van kunt betalen, laat staan je dromen mee waar kunt maken. Een kunstenaar (of schrijver in mijn geval) moet dus een geslepen business-mindset ontwikkelen. Of op z’n 24ste weer bij zijn ouders gaan wonen, kan ook.

Een business-mindset ontwikkelen is helaas makkelijker gezegd dan gedaan. Een eigen onderneming beginnen heeft behoorlijk wat voeten in de aarde en je moet, vooral in de eerste periode, stevig in je schoenen staan. Toen ik aan tafel zat bij de Kamer van Koophandel en ik moest inschatten hoeveel ik per kwartaal zou gaan verdienen, overschatte ik mijn vermogen om opdrachten binnen te halen met zo’n 500%. Dat heeft misschien te maken met het feit dat mijn sterrenbeeld Leeuw is, maar het is toch jammer. 

Ik zal een beeld schetsen van waar je als schrijver geld mee kunt verdienen, als je je kaarten juist speelt: je kunt een boekencontract krijgen bij een uitgeverij, je kunt een werkbeurs aanvragen bij het letterenfonds, je kunt freelancen, je kunt voordrachten houden, je kunt prijzen winnen door aan wedstrijden mee te doen, je kunt andermans werk redigeren, je kunt lesgeven en je kunt in een kledingwinkel werken. Net na mijn afstuderen is die laatste optie nog het meest realistisch, al begint mijn ‘vlijmscherpe business-mindset’ wel te groeien. 

Het publiceren van boeken is voor mij echt een jongensdroom, maar terwijl het is lastig om een contract te bemachtigen, is het niet onmogelijk. Wat het echte addertje onder het gras is, is wat het je oplevert. De keiharde centen komen pas in jouw portemonnee terecht als je boek een regelrechte bestseller is en in De Wereld Draait Door bij het Boekenpanel wordt genoemd. Als auteur krijg je gemiddeld namelijk maar rond de 10% van de opbrengst. 

Je kunt daarom een beurs aanvragen bij het Letterenfonds, zodat je in ieder geval in je onderhoud kunt voorzien tijdens het schrijven van je meesterwerk, maar daar zitten ook weer allemaal regels aan vast, waardoor je er pas aanspraak op maakt als je al eerder gepubliceerd hebt. Heb je dus niks aan als je, zoals ik, net begint.

Wat wel een realistische bron van inkomsten is (een die ik jaren geleden tijdens mijn opleiding heb ontdekt) is voordragen. In tegenstelling tot je werk in een literair tijdschrift publiceren, wat vaak weinig anders oplevert dan de eer, kun je van optreden een redelijke boterham beleggen. Het ligt natuurlijk aan het podium (verwacht niet de jackpot als je wordt gevraagd in het buurtcentrum een paar rijmpjes voor te dragen aan de plaatselijke bridgeclub), maar het bedrag kan redelijk oplopen. 

Waar ik nu het meeste van mijn geld mee verdien (naast het werken in een kledingzaak) is het geven van workshops. Ik ga naar scholen toe om, zoals ik eerder vertelde, poëzieworkshops te geven, maar af en toe ook om een workshop ‘lhbtqi+’ te geven aan docenten. Daarin vertel ik ze hoe ze het beste om kunnen gaan met leerlingen die het spannend vinden om uit de kast te komen, welke woorden belangrijk zijn om te kennen (en welke woorden ze absoluut niet meer moeten gebruiken!), waarom het belangrijk is om te goed te luisteren naar en oefenen op de voornaamwoorden die een leerling al dan niet zou willen gebruiken, dat het belangrijk is om ook etniciteit en klasse mee te nemen in het gesprek, en meer. 

Het zijn belangrijke gesprekken om te hebben, omdat ik denk dat niet al die docenten een abonnement hebben op ook maar enige queer content, en het juist ontzettend belangrijk is dat zij op de hoogte zijn van de nieuwste ontwikkelingen. Ik vind het fijn om, naast het runnen van een literair magazine, ook op zo’n persoonlijke manier de connectie te kunnen maken tussen de queer community en de rest van de wereld. 

Een volgend project dat op de plank ligt sluit daar goed bij aan. Hoewel ik nog niet te veel kan verklappen, kan ik al wel zeggen dat ik bezig ben met het schrijven van een subsidieaanvraag voor een podcast over (je hoeft het eigenlijk al niet meer te vragen) de queer community. 

Fingers crossed. Cashen maar.

 


Lot Louis Veelenturf - Creative Wrinting ArtEZ

2019 - Last summer I graduated from the Creative Writing program without doing the things I had planned to do. I didn’t write a book or publish a poetry collection. Instead, I founded an online platform for queer art and literature, named First Person. It’s a personal project, because I noticed that as a genderqueer author, there weren’t so many places I could publish my work without having to answer for myself, my identity and my pronouns. photography Leroy Verbeet.