Ga naar de hoofdcontent Pijl naar rechts pictogram

Gekostumeerde feesten, individuele vrijheid én een hechte community: dit is wat de kunstacademie kan leren van het verleden

  • Beeldende Kunst
  • Vormgeving

De kunstacademie van de toekomst is een hot topic, niet alleen in Nederland maar wereldwijd. Vaak klinkt de roep om grondige vernieuwing. Daarbij is het niet alleen belangrijk om vooruit te kijken, maar ook om te weten waar we vandaan komen, betoogt Joanne Dijkman, theoriedocent aan de AKI ArtEZ Academie voor Art & Design en onderzoeker binnen het lectoraat Art Education as Critical Tactics (AeCT) en ASCA, Amsterdam School of Cultural Analysis (UvA). Haar promotieonderzoek gaat over illustere kunstacademies uit het verleden. Wat kan het kunstonderwijs van nu én van de toekomst meenemen uit hun radicale, experimentele manier van lesgeven?

Joanne Dijkman
Joanne Dijkman

“Als kunsthistorica vind ik het waardevol om terug te blikken en te onderzoeken op welke schouders we staan”, vertelt Joanne. “Ik vind het belangrijk dat studenten weten welke grote voorbeelden er bestaan hebben. Zo kun je begrijpen waarom de opleiding op een bepaalde manier opgebouwd is. Ook is het belangrijk om naar het verleden te kijken om te voorkomen dat we steeds opnieuw hetzelfde wiel uitvinden.”

De grote drie

Wat zijn dan die illustere kunstacademies? Steevast komen er dan drie namen op: Bauhaus, Black Mountain College en de Free International University (FIU) van Joseph Beuys. De drie hebben opvallende overeenkomsten, vertelt Joanne. “Ze bestonden relatief kort, waren als instituut eigenlijk niet zo geslaagd én ze wisten belangrijke pedagogische vernieuwingen te realiseren door hun experimenteerdrift.” De opleidingen van nu zijn schatplichtig aan hun vernieuwingen. “Bauhaus stelde de werkplaatsen centraal, het vakmanschap”, verduidelijkt Joanne. "Dit ging samen met het ontwerpen voor de samenleving, heel idealistisch dus. Voor alle drie de kunstacademies gold dat ook de traditionele rolverdeling student-docent op de schop ging. Er ontstond, tegen de sociale orde in, co-creatie.”

Community én individuele ruimte

Van deze grote voorgangers zijn er volgens Joanne drie aspecten die zeker een plek moeten krijgen in de kunstacademie van de toekomst: learning by doing, gemeenschapszin en individuele ruimte. De saamhorigheid was heel sterk, vertelt Joanne: “Studenten en docenten woonden op een campus. Bij Black Mountain College ging dat nog verder en deelden studenten en staf ook verantwoordelijkheden;  ze werkten bijvoorbeeld samen op het land, kookten en (mede) ontwierpen het academiegebouw. Tevens zaten studenten óók in de hoogste medezeggenschapsraad.” Die sterke community in combinatie met het opheffen van regels had overduidelijk ook een keerzijde, het kon ook sociale onveiligheid in de hand werken.

Het gemeenschapsgevoel draagt bij aan plezier in je studie en werkt inspirerend."

Ondanks die schaduwkant zijn we ook iets kwijtgeraakt van de community en de vrijheden die daar heersten, denkt Joanne. “Het gemeenschapsgevoel draagt bij aan plezier in je studie en werkt inspirerend. Mede door corona is dat verder verdwenen en dat wordt door een generatie studenten enorm gemist: een introductieweek, samen werk maken of reizen naar het buitenland. Bij het Bauhaus waren er ook beroemde feesten, waar een artistieke component aan zat zoals het maken van kostuums. Je werkte echt samen ergens naartoe.”
Naast de community was ook de individuele vrijheid van studenten aan de drie kunstacademies sterk. “Ze bedachten eigen experimenten en opdrachten. Fantasie en creativiteit kreeg alle ruimte. Bij Joseph Beuys was er heel veel aandacht voor het individu. En bij Black Mountain College kon je zelf bepalen óf en wanneer je afstudeerde. Je kon de tijd nemen, je niet laten dwingen. Nu is de standaard vier of vijf jaar, er is geen tijd om te vertragen. Op sommige vlakken is dat maatwerk er gelukkig al wel meer. Je kunt nu via vakken je eigen route kiezen door een opleiding. Ik denk dat dat heel zinvol is.”

"De ideale kunstacademie bevindt zich in de natuur"

De meeste kunstacademies die we nu kennen bevinden zich in een stad, maar het kan ook anders. “Joseph Beuys’ FIU ging noodgedwongen verder zonder (eigen) pand, dat vind ik interessant. De master DAI Art Praxis aan ArtEZ gaat door zonder vaste locatie, als een roaming academy. Ik vind dat een heel mooi concept, met onderzoeksweken op verschillende plekken. Op zo’n manier wordt de academie een netwerk.” Maar als het aan Joanne ligt, zou de ideale kunstacademie zich veel meer dan nu het geval is, in de natuur bevinden, vertelt ze: “Black Mountain College was een prachtige plek, een berggebied aan een meer, overigens wél op land van inheemse bevolking. De academie bevond zich in de luwte, ver weg van New York en de kunstscène. In zekere zin zoals Enschede, Arnhem en Zwolle verder weg liggen van Amsterdam. Het biedt de kans om je te ontwikkelen, je even terug te trekken voordat je vol de kunstscène binnen gaat.” Als ze zou moeten kiezen is Black Mountain College dan ook de plek waar ze zelf wel op had willen zitten. “Vanwege de locatie, de vrijheid, de experimenteerdrift. Dat spreekt het meest tot mijn verbeelding.”

Meer weten?

Luister ook eens naar de podcastserie Teaching Art van Radio ArtEZ. In deze eerste aflevering van deze podcastserie vertelt Joanne over haar fascinatie met, en onderzoek naar, het Blackmountain College.

Wil je nog meer lezen en leren over hoe er op ArtEZ wordt gewerkt aan de kunstacademie van de toekomst? Deze story maakt onderdeel uit van een drieluik aan stories. Lees bijvoorbeeld ook eens dit interview met Jesse van Oosten, over een nieuwe manier van leren waarin verbinding en nabijheid belangrijk zijn. Of duik diep in de invloed van nieuwe technologie op het kunstonderwijs met deze story over het onderzoek van Marijke Goeting. Ook heeft ArtEZ Studium Generale rond het thema Future Art School een conferentie georganiseerd en een online luister- en leesdossier samengesteld. De link naar het dossier vind je hier.