Elisa ten Vergert

[On]zichtbaarheid in de architectuur
Architectuur als spel om te ontsnappen aan het zicht
Onzichtbaar, dat is wat ik soms het liefst zou willen zijn. Niet uit angst, maar om even te ontsnappen aan een wereld waarin zichtbaarheid de norm is. Waar alles gedeeld, bekeken en verklaard moet worden. Maar om echt jezelf te kunnen zijn, hebben we ook geheimen nodig. We verlangen niet alleen naar het felle zonlicht, maar ook naar de schemering waarin we niet hoeven op te vallen, naar een plek om te verdwijnen zonder echt weg te zijn.
Vanuit die gedachte ontwierp ik de routing van een hotel waarin het spel tussen zichtbaar en onzichtbaar centraal staat. Gasten betreden het gebouw via een langzame afdaling, waardoor ze geleidelijk uit het zicht verdwijnen. Voor je gevoel kun je ongezien inchecken en ongemerkt naar je kamer verdwijnen.
Maar dat gevoel van onzichtbaarheid is slechts een illusie. Aan de achterzijde van het hotel opent zich een onverwachte zichtlijn, een spiegelvlak dat zicht geeft op de entree. Vanuit hun kamers kunnen gasten nieuwkomers bespieden, zonder zelf gezien te worden. Wat voor de één voelt als verdwijnen, is voor de ander juist een onthulling.
Het hotel speelt met perspectief en zichtlijnen, er ontvouwt zich een spel tussen zijn en verdwijnen waarin je ongemerkt verschuift van degene die gezien wordt naar de toeschouwer.
Architectuur is voor mij geen kwestie van open of gesloten, maar een vorm waarin onzichtbaarheid ruimte krijgt. Mijn fascinatie ligt in het ontwerpen van overgangen, plekken waar je even niet hoeft te verschijnen, waar je juist in het verdwijnen, dichter bij jezelf komt. Dit hotel biedt ruimte aan beide verlangens: aan gezien worden én aan verdwijnen. Een plek die ons confronteert met hoe we kijken en wat we liever verborgen houden.
This page was last updated on June 15, 2025