Go to the main content Arrow right icon

Julie Perrée

Creative Writing
Bachelor
Julie Perrëe door Carla Sanfratello Marco
Julie Perrëe door Carla Sanfratello Marco

Julie Perrée (zij/haar) schrijft verhalen, liedjes en gedichten. Ze gaan over de afstand tussen mensen en hun pogingen die te overbruggen, over bomen, rust en onrust, over de veelheid van alledag en de leegte, en over liefde – ja, toch altijd weer over liefde, de ene keer in de vorm van een luchtig lied over een vluchtige supermarktverliefdheid, de andere keer in de vorm van een prozatekst die geen liefdesverhaal wil zijn maar dat toch is.

In Kaja en Eva, of komen en gaan onderzoekt Julie via haar twee hoofdpersonages de thema’s komen en gaan, bomen en Tinder, en hoe die in relatie tot elkaar staan.

Kaja en Eva, of komen en gaan


Eva en Kaja met een stokbrood, een stuk brie, een thermoskan koffie en de grijze Subaru Forester op een aire de repos langs de A16 tussen Parijs en Amiens. Er is een tankstation, er zijn betonnen picknicktafels, er is een smerig grasveldje en een speeltuintje met een klimtoestel. Ze zitten aan een van de picknicktafels. De twee weken zitten er bijna op. Eva snijdt met haar zakmes een stuk stokbrood open.
    ‘Zal ik een broodje voor je maken?’
    ‘Lekker. Zal ik dan een kopje koffie voor je inschenken?’
    ‘Lekker, hoor.’
    ‘We zijn een geoliede machine.’
    Ze eten hun broodjes en drinken hun koffie. Het is tamelijk bewolkt maar warm. Af en toe vindt de zon een opening en brandt dan op de huid van hun gezichten en armen, maar de zonnebrandcrème ligt ergens onderop in de kofferbak. De snelweg suist. Eva kijkt om zich heen. Auto’s stoppen, mensen stappen uit, rekken zich uit, achterkleppen gaan open, gezinnen installeren zich aan de picknicktafels, een kind glijdt van de glijbaan, een vrachtwagen rijdt de parkeerplaats op, de chauffeur stapt uit, loopt over het grasveld en plast tegen een boom, loopt terug naar zijn wagen en rookt een sigaret, stapt weer in en rijdt weg, mensen stoppen hun stokbroden en hun kinderen weer in hun auto’s en rijden weg, nieuwe auto’s rijden de parkeerplaats op, nieuwe mensen stappen uit.
    ‘Ik houd van dit soort plekken,’ zegt Eva.
    ‘Wat voor soort plekken?’
    ‘Parkeerplaatsen, tankstations, wegrestaurants. Van die tussenplekken.’
    ‘Net als Tinder.’
    ‘Wat?’
    ‘Ja. Het zijn ook een soort niets-plekken, parkeerplaatsen en zo.’ Kaja denkt even na. ‘Er is een parallel te trekken tussen Tinder en zulke tussenplekken. Het zijn plekken waar mensen voortdurend komen en weer gaan. Niemand komt er voor de plekken zelf; ze zijn een soort tussenstations, onderweg naar iets anders.’
    ‘Boeiende gedachte. Toch voelt het heel verschillend: ik vind Tinder helemaal geen fijne plek om te zijn, maar hier kom ik op een vreemde manier tot rust.’
    ‘Volgens mij is dat gewoon omdat zo’n plek voor jou het onderweg-zijn symboliseert.’
    ‘Misschien.’
    ‘Ik kan me ook wel verloren voelen, op zo’n plek langs de snelweg.’
    ‘Waarom?’
    ‘Iedereen die er komt is onderweg en gaat weer door. Alleen de mensen die er werken blijven. Dat vind ik echt een triest idee: iemand die in z’n eentje bij zo’n klein tankstationnetje werkt, die ziet de hele dag mensen komen en gaan, en zelf is die de enige constante, de enige die blijft.’

This page was last updated on July 5, 2023