Go to the main content Arrow right icon
Ettie Edens door Carla Sanfratello Marco
Ettie Edens door Carla Sanfratello Marco

Voor Ettie Edens (zij/haar) is schrijven als zoeken. Ze haalt inspiratie uit de buitenruimte en de vraag hoe zij zich daartoe verhoudt. Haar personages doen vaak pogingen om onderdeel te worden van de wereld om zich heen. Hierbij speelt Ettie met de lijn tussen realiteit en fantasie.

Haar afstudeerwerk Tussen de randen van een aquarium gaat over de vraag wie je bent als je alles kunt zijn, over het vasthouden en loslaten van identiteit en over de kracht van verbeelding. Maar ook over stenen, auto’s en kraanvogels. Het liefst nog laat ze aan de lezer over waar haar verhalen over gaan.

Tussen de randen van een aquarium


Er was eens iemand die iemand anders in een vogel zag veranderen. Lela en Sandra stonden met zijn tweeën op een bankje in het park. Ze waren daar met hun ouders heen gegaan. Lela’s vader en Sandra’s moeder hielden beiden van vogels kijken. Ze hadden hun kinderen bij de speeltuin neergezet zodat ze zelf even door hun verrekijker konden kijken. Ze hoopten op een soort die ze nog niet eerder gevonden hadden.
‘Kijk,’ zei Lela. ‘Ik ben een vogel.’
En Sandra keek, maar ze zag geen vogel.
‘Hoe dan?’ vroeg ze.
‘Zo,’ zei Lela, en ze vouwde haar armen tot het vleugels waren, haar mond trok ze zo lang uit dat het een snavel werd.
‘Wat voor een vogel ben je dan?’
‘Een kraanvogel.’
Sandra wist niet zeker hoe een kraanvogel eruitzag, maar ze wist: niet zo. En toch vloog Lela daar al de lucht door. Ze vloog recht op de zon af, en Sandra keek toe, hoe Lela een stipje aan de lucht werd. Sandra riep naar het stipje, maar het zei niets terug. Het bleef stil in de lucht hangen, alsof het daar altijd al gehangen had.
Was het Lela nog wel? Sandra riep haar moeder en Lela’s vader, omdat Lela in een stip veranderd was en ze het zeker wilde weten. Lela’s vader en Sandra’s moeder kwamen met hun verrekijker en Sandra keek door de twee glazen rondjes naar de stip, die nu groter was en scherper, maar het was nog steeds een stip. Ze liet Lela’s vader naar de stip kijken, vroeg of dit haar kon zijn. Hij keek naar de lucht, ze wees naar waar hij de verrekijker moest wijzen om de stip te kunnen zien, het lukte hem maar niet de stip te pakken te krijgen. Sandra vroeg zich af hoe Lela zich daar zou voelen. De stip leek rond en zacht en vredig. Ze strekte haar armen uit en maakte met haar handen een kommetje om de stip heen, alsof ze haar zo uit de lucht kon plukken, zoals je een kat uit een boom redt. De stip voelde warm in haar handen.
‘Rustig maar,’ fluisterde ze. ‘Rustig maar.’
‘Ik zie haar niet,’ zei Lela’s vader, nog steeds met zijn verrekijker naar boven gericht.
‘Ik heb haar hier, in mijn handen,’ zei Sandra.

 

This page was last updated on July 5, 2023