Yiyang Zhou

Beeldende Kunst • BEAR Fine Art - Bachelor - Arnhem • 2025

The ROOM is not a space. It is a hunger.

Het metaboliseert. Het verteert. Het laat niets onaangeroerd. Het is een platform van ruimtelijke vertering. Zhou’s werk representeert geen ruimte; het coördineert de voorwaarden waaronder ruimte functioneert als symbolische infrastructuur, als verteerd vlees, als een systeem van zelfdiscipline. Tegen de Kantiaanse neiging om categorieën over verschijningen heen te leggen, vertrekt Zhou vanuit honger. Zoals Simone Weil schreef: honger is geen gebrek, het is structuur. De ROOM is niet leeg; het eet.

Dit is geen architectuur. Het is anti-architectuur in dezelfde radicale zin waarin Bataille het bouwwerk openreet: een ruimte die haar eigen instrumentele logica verzwelgt, haar eigen doel, totdat enkel vertering overblijft. De ROOM is hier een recursief apparaat: parkeerplaatsen, stations, luchthavens; ziekenhuizen, kinderdagverblijven, gevangenissen; coöperaties, fabrieken, mortuaria. Dingen die het leven structureren en de dood verdelen.

Uovo (Egg), de sculptuur, is een verteerd module. Geen prototype. Geen zuiver snijvlak. Geen voorstel (misschien een piano?). Het is post-vertering. Het is gebouwd uit het hiernamaals van materie: verlaten metalen frames, betonnen poten, sportmaterialen, kinderwagens, loophulpmiddelen. Het gaat niet ‘over’ instrumenteel gebruik. Het ís de symbolische structuur van hoe instrumenteel gebruik faalt. Functionaliteit wordt niet uitgevoerd; ze wordt verslonden en uitgepoept. Wat resteert is een soort verteringsmythologie, een overschot aan sociaal-biologische structuren die tot een rottende bouwvorm zijn geworden.

De ROOM ontvouwt zich niet lineair. Ze keert terug, overstijgt zichzelf, verstikt zichzelf. Ze eet haar eigen staart op, als een a-logische ouroboros. De ROOM representeert de samenleving niet; ze is de gehallucineerde maag van de samenleving. Zhou’s zorg is niet zozeer een kritiek op nepotisme of elitisme, maar op hun excessieve codificatie, op hun transformatie tot symbolische woekeringen die de ruimte verslinden die ze ooit slechts organiseerden. De temporele logica van de ROOM is a-logistisch; ze voedt zich met de latente spirituele symboliek van broederschap en onthult een recursief, overladen systeem van sociale metabole hiërarchie, een voedselketen. Het is altijd een herkauwing.

De film Spring / Verbal Constraint opereert in stilte.

Geen stilte als afwezigheid, maar als Wittgensteins laatste stelling: dat waarover men niet kan spreken, moet worden getoond. De film toont vier ‘landschappen’ van mechanische menselijke beweging: ritueel afval (carnaval), biometrische rijen (immigratie), mechanische arbeid (fabriek), sanitaire ballingschap (toiletten). Er is geen stem. Er is alleen ruis. En toch heeft ruis, parasitair als ze is, betekenis. Ze verwondt. Ze dringt zich op.

De film wordt beheerst door wat Zhou verbale beperking noemt: een conditie waarin de menselijke stem wordt onderdrukt, niet door censuur maar door verzadiging, door de omgevingsruis van bureaucratie, festiviteit, arbeid en hygiëne. Zhou vraagt niet: wat is ruimte? Hij vraagt: wat verteert ruimte van binnenuit? Wie voedt de ROOM? En wat betekent eetbaarheid?

Yiyang Zhou

Beeldende Kunst • BEAR Fine Art - Bachelor - Arnhem • 2025

Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op 8 december 2025

Sta jij op deze pagina? En heb je een opmerking? Mail naar de redactie.