Directie Hafabra

Met directie word je opgeleid tot professioneel dirigent in de amateursector. Je kunt kiezen uit twee hoofdvakken: directie koor en directie harmonie-fanfare-brassband. Naast muziektheorie, beheersing van het partituurspel en koor- en orkestscholing leer je instrumenteren en arrangeren.

Specifieke toelatingseisen Directie Harmonie / Fanfare / Brassband

Naast algemene toelatingseisen zijn er ook specifieke toelatingseisen.

Indien de toelatingsprocedure online plaatsvindt stuur je minimaal 2 video-opnames in van in totaal minimaal 10 minuten:

1. Een opname van een uitgevoerde slagtechniekoefening, liefst gezongen en tegelijkertijd gedirigeerd, bijv. uit Metafoor, werkboek van Alex Schillings, waaruit ook tijdens de hoofdvaklessen veel gewerkt wordt.
2. Een opname waarin je een repertoirestuk naar keuze dirigeert uit de hafabra literatuur voor een lagere divisie.

Indien de auditie live plaatsvindt laat je zien dat je:

1. Een thuis voorbereid werk van 5 minuten met pianist en/of opname kunt dirigeren. De geluidsopname neem je zelf mee.
2. Met een pianist: een kort fragment uit een compositie/slagtechniekoefening kunt instuderen.
3. Ter plekke korte dirigeeropdrachten/slagtechnische oefeningen kunt uitvoeren die de docenten aan je vragen.

Een motivatiegesprek met de betrokken hoofdvakdocenten is een belangrijk onderdeel van de toelatingsprocedure. Dit gesprek vindt ofwel online of live plaats. In dit gesprek wordt van je verwacht dat je kunt verwoorden dat je wens om je te verdiepen in hoe je een orkest dirigeert en professioneel dirigent wilt worden, gebaseerd is op een grote mate van intrinsieke motivatie. Ook komt o.a. je huidige kennis over het specifieke hafabra repertoire aan de orde.

In de opnames/de live auditie en in het motivatiegepsrek toon je aan dat:

• Je beschikt over een reële klankvoorstelling.
• Je diverse karakters binnen de muziek om kunt zetten in motorische bewegingen (dirigeren als taal, nonverbale communicatie).
• Je een ontwikkeld gevoel hebt voor metrum, dat je in gebaar tot uitdrukking kunt brengen (maat- en slagsoorten, fermate, dynamische verschillen, articulatie etc.).
• Je beschikt over enige kennis van het instrumentarium (orkestscholing), de samenstelling van en het repertoire voor blaasorkesten.
• Je nieuwsgierig bent naar het vergoten van je kennis van bovengenoemde aspecten.