Tijdens de opleiding groeien ‘the artist’ en ‘the educator’ samen. Je ontwikkelt je kunstenaarschap in ateliers en werkplaatsen, leert lesgeven in theorie én praktijk. Ook verdiep je je via inspirerende vakken in kunst en cultuur.
In het basisprogramma doe je basiskennis en -vaardigheden op in alle drie de kerndomeinen van de opleiding: beeldend, theorie en educatie. Ook vorm je je een beeld van de mogelijkheden in het werkveld. Je hebt les in een groep van ongeveer vijftien tot twintig studenten. Naast beeldende vakken volg je vakken als filosofie, cultuurgeschiedenis en ontwikkelingspsychologie en loop je je eerste stage.
Heb je behoefte aan extra theoretische verdieping? Je kunt in het eerste jaar ook toelating doen voor een Honours Programme, als aanvulling op het theoretische programma van je eigen bacheloropleiding.
In het tweede en derde jaar geef je steeds meer zelf vorm aan je studie. Met keuzeprogramma’s, specialisaties en workshops onderzoek je hoe jij als artist educator van betekenis wilt zijn. Je werkt in gemengde groepen van voltijd- en deeltijdstudenten, krijgt begeleiding van docenten en gastdocenten, en gaat op excursie.
Het aanbod varieert van thematisch werken, zoals verbeelden vanuit een verbaal gegeven, tot verdieping in schilderen, fotografie of grafisch ontwerp. Daarnaast zijn er workshops waarin je technische en theoretische vaardigheden ontwikkelt. Bijvoorbeeld in zeefdruk, InDesign, pigment of cultural appropriation. Aan het eind van deze fase presenteer je jouw voorlopige accenten binnen de domeinen beeldend, theorie en educatie.
In het laatste jaar richt je je vooral op je individuele afstudeertraject: de eindstage, het kunsteducatief onderzoek en artistiek afstudeeronderzoek. Hiermee werk je toe naar je eindpresentatie tijdens ArtEZ finals. Welke docenten je begeleiden, hangt grotendeels af van je eigen voorkeuren en de specialisatie die je kiest.