De opleiding duurt vier jaar. Elk jaar heeft een ander doel: eerst leer je kijken en experimenteren, dan verdiep je je in je eigen interesses, daarna ga je het werkveld in en tot slot werk je aan je Meesterproef. Theorie, reflectie en praktijk zijn met elkaar verweven. Je leert door te maken, te onderzoeken en te ontdekken wat werkt voor jou en wat niet.
In het eerste jaar wordt de basis gelegd voor je beeldende en reflectieve ontwikkeling. Tijdens het eerste jaar zijn werk je binnen alle beeldende vakken samen ( beeldverhaal, storytelling, visual storytelling) aan korte projecten. Ook neem je deel aan verschillende workshops en masterclasses met gastdocenten en alumni.
Semester 1: Anders kijken
Semester 1 richt zich op het opdoen van nieuwe kennis en het ontwikkelen van een onderzoekende en experimentele houding. Studenten leren waarnemen, onderzoeken en reflecteren, waarbij het proces van kijken en maken centraal staat. Beeld krijgt betekenis door het doen en het kijken. Basale vaardigheden worden geoefend en vormen de basis voor verdere groei en vernieuwing. Nieuwe perspectieven, waarneming en onderzoek, reflectie, ambacht en creativiteit, persoonlijke groei en innovatie staan centraal.
Semester 2: Experimenteren
In semester 2 staat het experimenteren met binnen creërenen centraal. Studenten reflecteren op uitkomsten en formuleren hun eerste leervragen en leerdoelen. Ze leren bewuste keuzes te maken op basis van hun eigen fascinaties en gebruiken deze als uitgangspunt voor nieuw onderzoek. Oefeningen in vaardigheid en creativiteit dragen bij aan verdere ontwikkeling. Anders kijken, reflectie (leervragen en leerdoelen), inspiratie herkennen, fantasie en observatie combineren, doen en ontdekken vormen de kern.
In het Think-programma worden kunstgeschiedenis en filosofie met elkaar verbonden.
De technische workshops die je volgt zijn onder meer Tekenen naar de Waarneming. De grafische workshops zijn: riso print, zeefdrukken, etsen, steendruk, letterzetten en lino’s.
In het najaar staat een multidisciplinaire studiereis naar Berlijn op het programma, waar alle beeldende studierichtingen in Zwolle aan meedoen. Ook is er ruimte voor een vak gerelateerde activiteit, bijvoorbeeld een studiobezoek of een presentatie van makers uit Berlijn.
In het tweede jaar doe je verder onderzoek naar je eigen signatuur binnen comic.
Je volgt beeldende vakken waarbinnen je aan wat wat langere projecten werkt die op verdiepende wijze bijdragen aan je artistieke ontwikkeling en onderzoek.
Semester 3: Onderzoeken
Semester 3 draait om het ontwikkelen van een kritisch onderzoeksproces. Studenten maken inhoudelijke keuzes en richten hun onderzoek op leervragen en leerdoelen. Dit proces helpt hen hun eigen interesses beter te begrijpen, vast te houden en om te vormen tot universelere waarden. In dit semester staan, persoonlijke fascinaties onderzoeken, inspiratie toepassen, eigen initiatief tonen, de wereld ervaren/onderzoeken en in beeld brengen centraal.
Semester 4: Verdiepen
In semester 4 werken studenten vanuit persoonlijke inspiratie en kritische reflectie aan een beeldend onderzoek. Ze ontwikkelen hun identiteit als maker en verbeelden dit op authentieke wijze. De nadruk ligt op verdieping en zelfstandigheid, door toepassing van onderzoeksbevindingen, ontwikkeling van een eigen stijl, reflectie op de noodzaak van het werk, zelfstandig onderzoek, reflectie, omgevingsgerichtheid en planning spelen hierin een grote rol.
Daarnaast is er de module Theorie en Reflectie waar je kunstgeschiedenis en filosofie hebt.
Verder neem je In Cross Disciplinair en Techniek deel aan vakspecifieke activiteiten zoals stripfestivals en museumbezoeken.
In het najaar ga je op excursie en teken je op locatie in een bijzondere omgeving. Ook zijn er diverse werkplaatscursussen.
In het derde jaar krijg je meer de ruimte om te werken vanuit jouw persoonlijke voorkeur en ga je op zoek naar verdieping en professionalisering als maker. Je begeeft je echt in het werkveld van comic design door stage te lopen bij een stripauteur, stripcollectief, uitgeverij of festival. Je sluit de stage af met een stageverslag en een inhoudelijke voorbereiding op het afstudeerjaar.
Semester 5: Professionaliseren
Semester 5 staat in het teken van professionalisering en integratie in het werkveld. Studenten ontwikkelen een project dat zich binnen de beroepspraktijk afspeelt. Dit kan in de vorm van een stage, minor, onderzoek of ander praktijkgericht traject. Werken in de beroepspraktijk, samenwerken of werken in opdracht, en het versterken van de identiteit als maker staan centraal.
Semester 6: Concretiseren
In semester 6 geven studenten inhoud aan zelfgekozen en opgelegde thema’s op basis van observaties en onderzoek. Ze ontwikkelen een eigen toon van vertellen, verbeelden en vormgeven. Dit semester concretiseert eerdere experimenten, onderzoeken en de ervaring in het werkveld, met als doel de eigen artistieke visie te definiëren. Het initiatief en de regie liggen voor een groot deel bij de student. In dit semester staan veldonderzoek en storytelling, de positie van de maker in de wereld, reflectie en planning, en zelfstandig initiatief nemen centraal.
De laatste twee semesters staan in het teken van profilering als maker. Je werkt toe naar de Meesterproef, waarin jouw creërend vermogen centraal staat. Je ontwikkelt een artistieke visie. Vervolgens maak je een strip, vanuit die visie. Een werk dat bijdraagt aan de wereld en of het werkveld. Je bent daarnaast in staat om je werk op een professionele manier te presenteren.
ArtEZ finals
Je toont je eindwerk tijdens de ArtEZ finals in Zwolle. Een bezoek aan deze eindexamenexpositie is een aanrader als je erover denkt de studie Comic Design te gaan studeren.