Ga naar de hoofdcontent Pijl naar rechts pictogram

Evelien Snijders

Docent Beeldende Kunst en Vormgeving
Bachelor
Evelien Snijders Header
Evelien Snijders


Co-zelfportret

Mensen maken een onderscheid tussen hun 'ware' zelf en dat wat zij aan de buitenwereld laten zien. In de sociaal-psychologie bestaat dat onderscheid niet. […] Alle zelfbeelden zijn echt. Je groeit als het ware in je rol. […] Als kunstenaar kun je daar mee spelen. Je kunt verschillende kanten laten zien.

Roos Vonk, 23 september 1999 

 

Snijders vroeg bekenden een selfie te maken met haarzelf in de achtergrond. De beschouwer gaat tevens een verbinding aan met de geportretteerden en de omgeving. Dit wordt ervaren door de aanwezigheid van de spiegels tussen de foto’s. It takes three to make an image.

Lees mijn essay

De ontwikkeling en actualiteit van (de relationele inhoud van) het zelfportret 

Het zelfportret is een actueel thema gezien het aantal er aan gewijde tentoonstellingen in den lande. In de 17e eeuw bepaalden ze de representatie. In de Romantiek werd het veeleer een middel om gemoeds-en relatietoestanden uit te drukken. In de ironie van het Postmodernisme kon een kunstenaar als Akkerman duizenden portretten maken in alle mogelijke stijlen, behalve een eigen omdat hij op zoek was naar ‘het mysterie van het bestaan.’ Het Metamodernisme enerzijds en het Altermodernisme anderzijds zien een kanteling waarin Modernisme en Postmodernisme een fusie aangaan. De meningen veschillen over of de kanteling komt door respectievelijk een overkoepelende gevoelsstructuur die een bepaalde culturele veelvormigheid laat zien passend bij de 21e eeuw of dat er steeds meer individuele gevoelsstructuren zijn die als eilandjes veelvormigheid creëren. Het kunstmatige creëren van relaties in een museale context onder de filosofische paraplu van Bourriaud staat voor mij in contrast met het werk van de Metamodernistische Alec Soth. Hij gaat een ongedwongen relatie aan in een informele setting. Dit leidt tot zijn foto’s. In mijn werk voel ik mij verbonden met Soth. En net als Verena Hahn in haar ‘We’ll Have Time for that Later’ pas ik een omkering toe, waarin ik een ander zichzelf en mij laat vastleggen.

Educatief afstuderen

‘Co-selfie’ 

Op welke manier kan ik met een kunst-educatieve lessenserie voor Schouwburg Hengelo bijdragen aan het vergroten van zelfkennis, de onderlinge verbinding en begripvolle communicatie tussen leerlingen van de bovenbouw van primair onderwijsscholen in Hengelo en ze tegelijkertijd kennis laten maken met professionele (regionale) beeldende kunst?

Het probleem dat aan mijn onderzoek ten grondslag ligt, is dat van de verdeeldheid in de samenleving. Ik wil verbinding creëren tussen leerlingen en hun directe omgeving en ze daardoor besef van de eigen plek in en verantwoordelijkheid voor hun leefgemeenschap geven. In de lessenserie die ik hiertoe heb ontwikkeld heb ik regionale, professionele kunstwerken ingezet als middel. Tegelijkertijd maken leerlingen kennis met deze kunstuitingen.

In mijn onderzoek heb ik mijn eigen beeldende werk alsook de ervaring die ik heb opgedaan in de opleiding – met name tijdens stages - gebruikt. In mijn literatuuronderzoek zocht ik naar (bevordering van) de verbinding tussen kunst, school en maatschappij. Als basis nam ik de 21e-eeuwse vaardigheden uit het SLO-curriculum. Hier heb ik de visies van kunsttheoreticus en curator Nicolas Bourriaud, Historicus en futurist Yuval Noah Harari en onderwijskundige Gert Biesta aan opgehangen. Ter sprake kwam het relationele van kunst, de voortschrijdende ontwikkelingen op gebied van informatie- en biotechnologie en hoe onderwijs zich daartoe verhoudt. De visie van Harari en Biesta bleken diametraal. Ik vervolgde mijn onderzoek met de Afrikaanse filosofie die een orale traditie kent. Van daaruit zocht ik uit wat communicatie eigenlijk is en betekent en vergeleek ik schriftelijke en mondelinge communicatie met elkaar.

Om dit alles in een lessenserie om te zetten, heb ik drie kunsteducatieve methoden onderzocht: de Authentieke en de Altermoderne kunsteducatie en Visual Thinking Strategies omdat deze alle drie - naast het bestuderen van professionele beeldende kunst - de verbinding tussen leerlingen (en hun leef- of leergemeenschap) centraal hebben staan. Ook het proces is belangrijk en - met name bij VTS - de respectvolle dialoog. Deze methoden heb ik verwerkt in mijn lessenserie. De serie bestaat uit het in dialoog beschouwen met de VTS-methode van (zelf)portretten van regionale kunstenaars in Schouwburg Hengelo. Vervolgens zijn hier verwerkende lessen aan gekoppeld, waarin leerlingen ‘co-selfies’, dus eigentijdse gezamenlijke zelfportretten, maken en bewerken. Deze worden weer samen bekeken en besproken. Het verschil tussen (zelf)portretten van en met een ander en dat van en met de leerlingen zelf wordt ook behandeld.  

Visie

Bourriaud geeft aan dat ieder kunstwerk gezien kan worden als relationeel object. Voorafgaand aan het maken van het kunstwerk zijn er relaties tussen “Individuen en groepen, tussen de kunstenaar en de wereld, en […] tussen de beschouwer en de wereld.”  Hij probeert als curator en cultuurfilosoof vorm te geven aan deze relationaliteit door kunstenaars te stimuleren die deze ‘smeltkroezen’ tot kunst verheffen en relaties ‘kweken’ in een museale omgeving: ‘Relational Aesthetics’. Ik zie een overdrachtelijke gelijkenis met mijn co-zelfportretten: ook ik ben initiator op de achtergrond (letterlijk) en zet de maker op de voorgrond. Ik toon alleen een relatie die al bestaat. Ik laat zien hoezeer ik leef in dialoog en mezelf beschouw door de ogen van de ander.

Ik vroeg bekenden een selfie te maken met mijzelf in de achtergrond. De beschouwer gaat in de installaties met deze co-zelfportretten en spiegels ook weer een verbinding aan met de geportretteerden en de omgeving. ‘It takes three to make an image’.Ik hoop dat het werk interactie oproept, discussie, vraagtekens, beweging. De uitstraling kan wat zakelijk zijn. De rest leidt af. Daarom gebruikte ik ook weinig kleur. Het gaat er om de achterliggende filosofie te ervaren. De term ‘co-zelfportret’ heb ik voor mijn kunsteducatief afstuderen omgevormd tot ‘co-selfie’. Ik heb een educatief product ontwikkeld waarin verbinding, maar ook maatschappijkritiek en kritiek op de op een speelse, symbolische, verwerkende manier aan leerlingen meegegeven kan worden door zich te richten op de eigen ontwikkeling door middel van een gezamenlijke ontwikkeling.

Doel 

Mijn beeldend werk mag vragen oproepen over de begrip ‘identiteit’ en ‘transitiviteit’ (overdrachtelijkheid tussen mensen). Door in de spiegels te kijken en onderdeel te worden van de relaties op de co-zelfportretten, kan dit een denkproces aan de gag zetten over wie de beschouwer is ten opzichte van zijn buitenwereld en medemens. Ik voel me soms niet thuis in een wereld waarin de vorming van de identiteit is doorgeschoten naar een individualisering en versnippering van wat ‘mensheid’ zou moeten zijn. Ook vind ik de technologisering te ver doorgedreven raken. Ik probeer daarom fysieke en verbale verbinding, dialoog en begrip te stimuleren. Ik ben er van overtuigd dat een krachtige identiteit alleen opgebouwd kan worden door middel van deze elementen.

Ambitie

Vanwege het systeem van het voortgezet onderwijs van ieder (blok)uur een andere klas (wat ik ook voor de leerlingen zwaar vind), heb ik besloten de 2-jarige PABO te gaan doen. Ik zie mijzelf voor de klas staan, maar de begeerde verbinding zal ik alleen kunnen leggen in een systeem waarin ik iedere dag de hele dag dezelfde leerlingen les geef. Het lijkt me tevens prachtig leerlingen al in het primair onderwijs met kunst vertrouwd te kunnen maken en ze alles wat kunst kan voortbrengen te laten ervaren. Naast het onderwijs wil ik me blijven verdiepen in het discours van de kunsttheorie en van daaruit beeldend werk blijven maken.

Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op 22 juni 2021

Sta jij op deze pagina? En heb je een opmerking? Mail naar de redactie.