Charissa van Zwieten

‘Vervreemd van mezelf, leg ik vast wat ik zie. Ik herken mezelf niet langer in de spiegel. Noch door de lens van de camera die nu voor me staat. Ben ik echt mezelf niet meer, of kijk ik gewoon niet goed genoeg?’
Het zijn portretfoto’s van onder andere het hierboven beschreven moment die aan de basis staan van mijn tentoongestelde werk: een werk dat mijn kunstenaarschap een nieuwe fase in heeft laten gaan. Voor het eerst ben ik me bewust gaan verdiepen in de rol van de visuele waarneming binnen het ervaren van de werkelijkheid. In het specifiek de visuele waarneming van ons eigen lichaam en hoe deze invloed heeft op iemands identiteit. Het menselijk lichaam, de relatie tussen lichaam en geest en de kwetsbaarheid van het menszijn zijn terugkerende thema’s binnen mijn werk. Het krijgt vorm in verschillende media. Hierbij spelen materiaal en techniek een fundamentele rol. Toch bind ik mij niet aan één bepaald materiaal of één specifieke methode. Deze wordt duidelijk gedurende het maakproces. Typerend is wel dat het bijna altijd een meditatief karakter heeft. Door mijn persoonlijke waarneming vast te leggen in fotografische beelden of middels schrift, stel ik de betrouwbaarheid van mijn eigen waarneming op de proef. Met mijn werk probeer ik ditzelfde effect uit te oefenen op de waarneming van de toeschouwer. Ik wil hen laten ervaren hoe het is wanneer je iets anders denkt te zien, dan dat er puur visueel verteld wordt. Met mijn werk draag ik uit dat er niet zoiets als één absolute werkelijkheid bestaat, omdat deze mede gevormd wordt door ons persoonlijke zelf-, mens- en wereldbeeld, onze plek in de wereld en onze positie ten opzichte van de ander. Hiermee verken ik in mijn werk de subjectiviteit van de werkelijkheid. Jij als persoon hebt invloed op wat je waarneemt, en omgekeerd heeft jouw waarneming invloed op jou als persoon. Zo vormen zij elkaar.
Kwetsbaarheid van het lichaam ervaar ik het sterkst in de handen en het hoofd. Deze lichaamsdelen komen dan ook terug in mijn meest recente werken. Het zijn vaak de enige twee lichaamsdelen die niet bedekt gaan onder een beschermende laag kleding. Ook, en wellicht zelfs daardoor, communiceren zij sterk. Zowel in contact met de ander als in contact met jezelf. Het aardse van de handen samen met het onstoffelijke en onbewuste dat zich in het hoofd afspeelt zoeken naar de relatie en mogelijk scheiding tussen lichaam en geest.
In het beeld ontstaat vervreemding door een herkenbaar beeld in een andere context te plaatsen. Ik ontleed, analyseer, vervorm en reorganiseren registraties van mijn lichaam. Delen van het beeld worden verwijderd, vervaagd of samengevoegd. Het lichaam wordt daarmee universeler en de toeschouwer kan zich meer vereenzelvigen met het werk. In het dagelijks leven nemen we ons lichaam visueel vooral waar via de spiegel of op foto’s. In mijn werk is dat anders. Door het doorbreken van onze vertrouwde manier van waarnemen, worden aannames of vooroordelen die we over ons lichaam hebben doorbroken. Ik wil met mijn werk geen uitspraak doen over het lichaam maar juist de context vormgeven die zorgt voor de afstand die nodig is om ons lichaam zuiver te leren beleven. In de beelden lijkt die identiteit uit elkaar te vallen en wordt er geprobeerd om de losgeraakte delen te herstellen en opnieuw te verbinden. Ik vraag me af hoe ver dit kan gaan. Tot waar kan de grens van het lichamelijke vervagen of veranderen zonder dat ik mijzelf niet meer ben? Waar is het punt waarop mijn identiteit niet langer mijn identiteit is?
Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op 12 juni 2024
Sta jij op deze pagina? En heb je een opmerking? Mail naar de redactie.