ArtEZ is een vooraanstaande, florerende instelling voor kunstonderwijs en praktijkgericht onderzoek in de kunsten. Dat willen wij behouden en verder ontwikkelen. Wij hebben zeven academies, met een breed palet bachelor- en masteropleidingen in beeldende kunst, architectuur, mode, vormgeving, muziek, theater, creative writing, dans en kunsteducatie. De academies zijn divers qua werkveld, maatschappelijke verbinding en ontwikkeling. Het rapport richt zich op een aantal specifieke knelpunten, en die weerspiegelen niet het beeld van ArtEZ over de hele linie. In het rapport wordt ook gesteld dat op de meeste locaties er geen reden tot zorg is over de borging van de kwaliteit en de goede voortgang van het onderwijs.
Het College van Bestuur vindt voortvarende, doelgerichte actie belangrijk, maar stelt zorgvuldigheid boven snelheid. Samen blijven wij bouwen aan een toekomst waarin de toekomstbestendigheid van het kunstonderwijs centraal staat. Want dat is waar het om gaat: het verbinden van mensen en ideeën om daarmee met studenten, medewerkers en docenten een positieve bijdrage te leveren aan de samenleving als geheel.
De Raad van Toezicht onderschrijft de zienswijze van het College van Bestuur. Louise van Deth, voorzitter van de Raad van Toezicht: “De bevindingen van de inspectie nemen we zeer serieus. Verandering is een uitdagend proces. Het is goed dat de inspectie de zorgen expliciet heeft gemaakt. Dat is een bevestiging van de aandachtspunten die wij grotendeels zelf al in beeld hadden. Wij hebben alle vertrouwen dat het interim College van Bestuur de juiste stappen op het juiste moment zet. Hiermee werkt ArtEZ toe naar het oplossen van knelpunten op korte termijn en duurzame ontwikkeling op de lange termijn.”
Het College van Bestuur wil studenten en medewerkers graag uitnodigen om mee te denken over de opvolging van de aanbevelingen en daarmee over de toekomst van ArtEZ. In overleg met de directeuren en de medezeggenschap wordt daar op korte termijn invulling aan gegeven.
Het gehele rapport, inclusief zienswijze, staat op de website van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) .