Ga naar de hoofdcontent Pijl naar rechts pictogram
Marc Mens
Marc Mens

Marc Mens (hij/hem) combineert het liefst de geschiedenis met magisch-realistische elementen. Zijn afstudeerwerk gaat over het monsterlijke dat anderen in ons zien. De hoofdpersoon, Sanyin, voelde zich altijd een buitenstaander in het Westen. Daarom keert ze begin jaren zestig terug naar haar geboorteland, Indonesië. Het eiland waar ze terechtkomt, lijkt aanvankelijk het paradijs van haar voorouders te zijn. Naarmate Sanyin meer over haar geschiedenis leert, ontspoort haar geest echter, en het eiland ontspoort mee. De karikaturen en stereotypen rondom haar afkomst krijgen vorm en beginnen haar te achtervolgen.

 

De gaarde van de poppen

 

Sanyin eet de laatste restjes van de saté ayam, waarna zij het stokje en Marie's parasol op de grond laat vallen. Met haar rug tegen de boom schopt ze haar schoenen uit. Sensaties druppelen binnen. Motorfietsen en blaffende honden in de verte. De geur van gebraden vlees en doerians. En ergens op de achtergrond het restant van een al te bekende emotie. Het onontkoombare gevoel van niet thuishoren. De angst dat ze een indringer is, ook hier, zeker hier, in het paradijs van haar voorouders. 
Ze denkt terug aan de blik van de verkoopster, wroet met haar tenen in de aarde. De bezoekers op de pasar, de lijfwachten die de straatjes blokkeren, bruine schimmen in witte kleding… Ze bestuderen haar huid, de textuur en kleur van haar haren. Hun blikken prikken door haar heen. Haar omgeving raakt even overspannen. Het plein smelt, schreeuwt het uit. Te veel prikkels. En toch, nog steeds, wil Sanyin meer zien, horen, beleven, voelen. Mensen in rood vegen de stoepjes van de huizen rondom het plein schoon. Om de kwade geesten van het voorgaande jaar weg te drijven. 
Het voelt alsof ze de vingers van de warungverkoper in haar mond heeft, alsof ze zijn ringen proeft. De nasmaak van de saté brengt een metaalachtig aroma met zich mee. Het plakt aan haar gehemelte. Haar wimpers fladderen op en neer als de vleugels van een atlasvlinder. 

In dit knipperzicht ziet ze vrouwen voorbijrennen. Vrouwen met steil zwart haar en amandelvormige ogen. Met huiden zo goudbruin als die van haar moeder. Bradend vlees verandert in de geur van opgebrand graan. Bruggen, spoorlijnen en velden vol alang-alang verzengen voor Sanyins ogen.
De goudbruine vrouwen gillen het uit in een taal die ze maar enkele keren heeft gehoord. Gefluisterd door haar opa Xueyin in zijn slaap. Mannen achtervolgen de vrouwen als berige eenden. Ze gebruiken alleen geen snavels om de achterhoofden van de vrouwen in te slaan, maar hun geweerkolven. Benen worden zo ver opengetrokken dat je stof en huid hoort scheuren. Wat is de taal die de mannen spreken? Bahasa? Maleis? Javaans, of toch Japans? 

Ze sluit haar ogen. Boven haar hoofd hoort ze het gekraai van vreemde vogels. Ze zwermen, nemen plaats op de takken van de boom. Jagen hiermee de eekhoorns weg die de bruine schillen van kokosnoten willen openrijten, om het witte vlees eronder bloot te leggen.
Dan hoort ze voetstappen naderen. De vogels springen nerveus door het bladerdak. Het visioen ebt weg.

Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op 4 juli 2023

Sta jij op deze pagina? En heb je een opmerking? Mail naar de redactie.