Ga naar de hoofdcontent Pijl naar rechts pictogram

Technologie als extra instrument voor de muziektherapeut

  • Muziek

Nieuwe technologieën worden volop ingezet binnen Muziektherapie bij ArtEZ Conservatorium in Enschede. Maar: Technologie is altijd een middel, nooit het doel. Technologie gebruiken we vooral functioneel, it’s just another instrument. Docent Marijke Groothuis en Lector Music Based Therapies and Interventions Artur Jaschke over de voordelen (en nadelen) van technologie voor muziektherapie. 

Muziektherapie Enschede en technologie
Muziektherapie en technologie

Marijke is docente bij ArtEZ Muziektherapie en heeft een passie voor het testen van nieuwe, (muziek)technologische mogelijkheden binnen haar vakgebied. Voor een deel is dat ontstaan uit noodzaak, vanwege haar werk met cliënten in het speciaal onderwijs en de revalidatie. “Je werkt dan met mensen met een beperking, waardoor je eerder naar technologische hulpmiddelen moet grijpen – dankzij technologie kan ik ze helpen verder te komen.” 

Toegankelijk maar functioneel 

Ze geeft het voorbeeld van de Eyeharp, een elektronisch muziekinstrument dat wordt bespeeld door eye tracking. “Dat instrument gebruikte ik bijvoorbeeld in de behandeling van een jonge vluchteling uit Burundi. Muziekinstrumenten waren voor haar eng, overweldigend. De Eyeharp was voor haar een toegankelijke manier om muziek te maken. Door de software juist in te stellen is er succeservaring gegarandeerd. De client krijgt auditieve feedback tijdens het besturen van de software met de ogen en de improvisatie is mooi en passend bij de stemming van de client. Door het opgebouwde zelfvertrouwen heeft ze stappen kunnen maken. Nu speelt ze inmiddels piano in een bandsetting.” 

 

Het voorbeeld toont twee elementen die tot in de haarvaten van muziektherapie bij ArtEZ zijn doorgedrongen. Allereerst dat technologie functioneel en doelgericht wordt ingezet. “It’s just another instrument. We bekijken bij iedere therapie: wat is het doel voor de cliënt, waar willen we heen en wat hebben we daarvoor nodig. Is dat een traditioneel instrument of muziektechnologie?” aldus Marijke. Daarnaast wordt technologie altijd ingezet binnen een bredere therapiecontext. In het voorbeeld van de vluchteling uit Burundi heeft Marijke als therapeut de stappen uitgedacht om via de Eyeharp uiteindelijk bij de piano uit te komen.   

Menselijke interactie 

Het menselijke altijd leidend te laten zijn, is volgens lector Artur Jaschke de sleutel tot het succesvol inzetten van technologie in muziektherapie. “De menselijke interactie, het vertrouwenspatroon, gedrag, conditie en emotie – dat moet je begrijpen. Hoe kan ik gedrag en emotie herkennen? Vanaf daar kun je verschillende methodes toepassen. En dan is technologie één van de methodes, één mogelijke therapeutische aanpak.”  

Artur is dan ook huiverig voor modewoorden als Artificial Intelligence (AI). “Als je vandaag de dag geen AI in je cursusaanbod hebt, hoor je er niet bij. Terwijl: AI bestaat niet. Algoritmes bestaan, de vertaling vanuit analoog naar digitaal bestaat, maar AI op zichzelf niet.” Marijke valt hem bij: “AI is nu een groot ding, maar bij veel AI-toepassingen in muziektherapie vraag ik mezelf af: waarom heb je daar AI voor nodig? Juist het face-to-face contact, het met elkaar praten, de microreacties, daar zit het therapeutische proces. Voor mij als muziektherapeut gaat het ook niet om het product dat er aan het einde uitrolt, maar om de weg ernaartoe.” 

AI is geen vervanger, maar biedt nieuwe mogelijkheden.” - Artur Jaschke 

Couveusebaby’s en AI 

Wat overigens niet betekent dat AI, of algoritmes, onbruikbaar zijn voor muziektherapie. Sterker nog, er wordt al volop gewerkt met AI-gebaseerde oplossingen. Artur licht een bijzonder project uit met te vroeg geboren couveusebaby’s: “In de couveuse zijn motion capture camera’s geïnstalleerd die observeren hoe het kind beweegt. Op die bewegingen afgestemd wordt een bepaald geluid afgespeeld, bijvoorbeeld de hartslag of de stem van de moeder. Dat is een AI machine learning-algoritme: het leert aan de hand van de bewegingen of het kind rustig of gestrest is, gekoppeld aan de hartmonitor en de bloeddrukmeter.” 

 

Kunstmatige intelligentie wordt bij de couveusekindjes bewust niet gebruikt om muziek te spelen. Artur licht toe: “We geven geen digitale muziektherapie, dat kan alleen een menselijke muziektherapeut verzorgen. AI is in dat opzicht geen vervanger, maar biedt nieuwe mogelijkheden. Soms is een kind zo onrustig dat zelfs een verpleegkundige het lastig heeft om het kindje rustig te krijgen. In dat geval kan de AI de stem van de moeder afspelen. Of sterker nog: de ouders bellen zodat zij live in de couveuse met hun kind kunnen praten en het kunnen sussen.”  

Tijdsbesparing 

Een ander voorbeeld waarbij AI wordt ingezet binnen muziektherapie is video-analyse. “Het analyseren van beelden hoe een kind zich beweegt en ontwikkelt, neemt veel tijd in beslag. AI helpt hierbij door een voorselectie van beelden te maken waarin er iets gebeurt, met de vraag aan de therapeut of dat inderdaad klopt”, zegt Artur. “Dat zou eigenlijk by default geprogrammeerd moeten worden in iedere AI-oplossing, de vraag om iets te controleren dat door AI is gesignaleerd. Want nogmaals: AI moet de mens niet vervangen, het moet het werk alleen makkelijker maken.” 

 

ArtEZ leidt studenten op tot muziektherapeuten, niet tot ontwikkelaars. De hogeschool zoekt dan ook vooral de samenwerking met externe partners om technologie-oplossingen te ontwikkelen. Artur: “We werken samen in nationale en internationale partnerships en zijn bijvoorbeeld lid van de Nederlandse AI Coalitie. Wij zijn geen coders, dat verwacht ik ook niet van mijn studenten. Maar ik verwacht wel dat ze de basis begrijpen en weten wat er mogelijk is.” 

 

Starten met de muziek 

Marijke noemt de samenwerking met de Universiteit Twente, waar een masterstudent Creative Design de game en een daaraan verbonden Miracle Flute ontwikkelde. “Hiermee wordt de longinhoud van spierzieke jongeren verbeterd door met behulp van blaasinstructies muziek van Beethoven te spelen. Het is een prachtig voorbeeld van gamification.” Maar ook hier is het zaak om waakzaam te blijven dat de technologie niet het uitgangspunt wordt. “Het lastige is dat je bij de muziek moet starten en vervolgens de rest doet. Maar wat je vaak ziet is dat programmeurs vaak  beginnen bij de technologie, ook omdat coderen hun vakgebied is. Eigenlijk moet je het dus omdraaien.” 

 

Het sluit aan bij wat Artur beschouwt als een verkeerde omgang met technologie, veroorzaakt door de opkomst van de smartphone: “We hebben de smartphone geaccepteerd zonder weerwoord en proberen nu van technologie iets te maken dat binnen het menselijke past. Terwijl het twee dingen zijn die onafhankelijk van elkaar bestaan. We zijn niet human-centered begonnen, maar technology-centered. En nu proberen we dat te corrigeren. Een smartphone is leuk, maar heeft het meer toegevoegde waarde dan een gesprek of gitaarmuziek? Dat is wat we studenten willen bijbrengen: kritisch nadenken over het gebruik van technologie.”